Jan Claasz Reiik /Rijkl is RK gedoopt op 7 juli 1767 als zoon van Klaas Marcusz Rijk en Anna Leonora Caspers Siervogel. Gegevens van Jan zijn uit de "Generaale land Monsterrolle 1787" voor de kamer Amsterdam. Hierin staan 13.256 dienaren die in 1787 in dienst waren bij de VOC. Jan staat vermeld als matroos het schip "Landskroon" voor de kamer Amsterdam. Zijn gage is f 12,- per maand. Hij is vanaf 1786 in dienst gekomen als jong matroos op hetzelfde schip. Jacob de Ruijter vertrekt op 12 sept.1791 met het schip "Rozenburg" voor de kamer Delft. Jacob is Sous Luijtenant. Na bijna 7 mnd. komen zij aan op Batavia. Tot aug. 1792 vaart hij op het schip "Zoutman" en tot 1797 is hij in dienst op het schip "Houtlust" voor de kamer Rotter dam. Jan Dirksz Schaap vertrekt op 16 juni 1720 met het schip "Kockenge" als matroos voor de kamer Amsterdam naar Batavia. De schipper is Louis Schulerius van Sijbencarspel. Ook de Texelaar Hendrik Jacob Bas zit bij hem aan boord. Jan Schaap overlijdt echter al na 12 dagen (28 juni 1720) aan boord. De inhoud van zijn scheepskist was: 2 rokjes en 2 broeken - 3 hemdrokken - 2 broeken - 3 witte hemden - 1 blaau dito - 2 dassen - 6 neusdoeken - 2 paar kousen - 2 paar schoenen - 1 hoedt - 1 engelse muts - 1 rol tabak en eenige pijpen - 2 stukken gerookt vlees - eenige rommeling. Dit werd allemaal aan boord verkocht voor f 36,10. Jan Schaap is gedoopt te Oosterend op 11-7-1745 als zoon van Dirk Jansz Schaap en Tetje Ates. Hij vertrekt half mei 1787 met het schip '"t Slot Capelle" voor de kamer Rotterdam, onder capiteijn Willem Jacob Andriesse van Rotterdam. Jan is matroos en zijn gage is f 12,- per maand. Als hij vertrekt uit Amsterdam heeft hij de volgende schuld aan de VOC: 2 mnd.gagie op hand f 24,-, 1 kist f 5,8, een linnen pak f 1,1 en een schuld aan J.J. f 25, totaal f 280,9 Na 6 mnd. en 6 dg. komen ze op 21 nov.1787 aan op Batavia. Jan is op 20 febr. 1788, zonder iets na te laten, overleden op Batavia. Cornelis Jansz Schaaen vertrekt op 17 dec. 1786 met het schip "Merenberg" voor de kamer Enckhuijzen. Aan boord zijn ook de Texelaars: kapitein Willem de Wijn, Albert Kikkert en Hendrik Dirksz Bakker. Cornelis Jansz Schagen is Cadet de Marine en zijn gage is f 12,- per maand. Na een reis van 15 mnd. en 28 dagen komen ze aan op Batavia. Cornelis raakt tot 8 okt. 1788 in het hospitaal, knapt vast wel wat op, want hij komt met het particuliere schip "Merenberg" terug naar huis. Op 15 dec. 1789 wordt door de VOC aan Cornelis Schagen uitbetaald f 211,18. Cornelis krijgt later nog f 50,- premie van het retourschip "Merenberg". Dit is betaald via notaris Jan Star. Jacob Schelvis Gegevens uit de "Generaale land Monsterrolle 1787" voor de kamer Amster dam. Hierin staan 13.256 dienaren die in 1787 in dienst waren bij de VOC. Jacob Schelvis staat vermeld als matroos op het schip "Groenendaal" voor de kamer Amsterdam. En zijn gage is f 10,- per maand. Christiaan Schreuder vertrekt op 25 nov. 1788 met het schip "Delft" voor de kamer Delft. De kapitein is Jacobus Swelman van Amsterdam. Ze komen na 7 mnd. en 2 dg. op 25 juni 1789 aan op Batavia. De jaren 1789/1790/1791 zit hij op het eiland Onrust. Dit is een eilandje voor Batavia, waar ook een werf was. Christiaan zal daar wel als timmerman gewerkt hebben. In 1792 komt hij op het schip "WestCapelle". Met dit zelfde schip repatrieert hij. Hij had op dat moment f 661,16 tegoed van de VOC. Daar ging nog reisgeld f 108,- vanaf. Op 10 aug. 1793 ontvangt Steven Wessing, gemachtigde van Christiaan Schreuder f 553,16, dit is inclusief de douceur als oppertimmerman f 250,-. Pieter Jansz Smit vertrekt op 2 sept. 1750 met het schip "Standvastigheid" voor de kamer 25

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2002 | | pagina 27