nog op dit schip werkzaam. Op 20 dec. 1729 wordt aan hem zelf door de VOC in Amsterdam
betaald f 87,16,5. Met welk schip hij terug is gekomen is niet bekend.
Dirk Siibrandsz Kok is op 14 dec. 1749 geref. gedoopt in Oudeschild als zoon van Sijbrand
Dirksz Kok en Femmetje Roelofs. Dirk vertrek op 15 dec. 1773 met het schip "Zuijdbeveland"
voor de kamer Amsterdam. Aan boord is ook Arie Kikkert als onderstuurman. Dirk is ma
troos/soldaat en zijn gage is f 9, - per maand. Als ze vertrekken is zijn schuld aan de VOC: een
kist f 4,5, een bolkvanger f 2,18, wollen kousen 1,11, 2 hemden f 3,- en 1 paar schoenen f
1,16. Op 13 juli 1774 komen ze aan ter rheede Ponnecail en is later op Colombo aan de wal
gegaan. In 1775 en 1776 is hij geregistreerd als soldaat op Colombo. In dec. 1777 gaat hij aan
boord van het schip "de Mars" voor de thuisreis. Daar is hij aan boord op 13 april 1778
overleden. Krijgt nog gage over 5 mnd en 6 dg. Op 30 aug. 1779 wordt uijtbetaald aan Arij
Kikkert f 81,14. Deze Arie Kikkert is gemachtigde van vader en halve erfgenaam Sijbrand Kok,
en Ariaantje Kok meerderj. en ongehuwd, en mitsgaders Meijert Boon burgemeester en
Cornelis Jacobsz Boon weesmeester, uijtmakende de weeskamer van Den Burg, als represen
terende Roelof, Marretje, Jannetje en Neeltje Kok, alle minderjarig, alle volle susters en
broeders en mede erfgenamen.
Cornelis Kroon Gegevens uit de "Generaale land Monsterrolle 1787" voor de kamer Amster
dam. Hierin staan 13.256 dienaren die in 1787 in dienst waren bij de VOC. Cornelis Kroon
staat in 1787 als soldaat vermeld op het schip "d'Caston" en verdiend f 9,- per maand. Hij is
vanaf 1783 in dienst van de VOC.
Jacob Criine (Kriinen) In 1703 vertrekt de katholieke Jacob Krijnsz Crijne van de Koog met het
schip "Cattendijck" voor de kamer Zeeland, onder commando van schipper Huijbrecht Kake-
laer van der Vene. Jacob is timmerman en zijn gage is f 34,- per maand. Jacob verblijft in de
jaren 1704/1705/1706 en 1707 als timmerman op Batavia. Op 28 oktober 1707 is hij overle
den, zonder testament en zonder iets na te laten. Op 19 dec. 1709 wordt bij notaris Zach.
Gravius de volgende akte opgemaakt: "Pleter Buijkes, weesmeester en Cornelis Dirks, rege
rend Schepen van de Coog, dewelke beijde attest, en getuijgen ten versoeke van Maertle
Gerrits nagelaten weduwe Jacob Crijnen, meede aan de Coog. Welke Maertle een dogtertle
oud 14 jaar geprovoceert bij den voorn. Jacob Crijnen, die in den jare 1703 voor timmerman na
Indien is gevaren met het schip "Cattendijck" voor de camer Zeeland, 't welk sij getuijgen
versogt sijnde het bovenstaand met eede te willen bekragtigen, aldus gepasseert." 16 jan.
1710 betaalt de VOC aan Martje Gerrits f 606,14.
Claas Lanqeriis zoon van Nicolaas Claas Langerijs en Lodewijntje Vermeulen. Hij trouwt in
1733 met Sietske Claas Vermeulen. Op 19 febr. 1721 vertrekt hij als Constapelsmaat met het
schip "Wassenaar" voor de kamer Hoorn. De aankomst is 9 sept. 1721 op Batavia. De volgen
de reis start op 9 jan. 1723. Hij is dan onderstuurman op het schip "WestFriesland" voor de
kamer Hoorn. Op 29 juni 1723 is de aankomst.
Isaak Prins vertrekt op 18 april 1750 met het schip Gouveneur-Generaal" naar Batavia. Hij is
busschieter. Er is nog 1 Texelaar aan boord: Hendrik Arendsz. Op 28 nov.1750 is de aankomst
op Batavia. Allebei zijn ze met hetzelfde schip gerepatrieerd.
Jan Rannes (Ranl vertrekt op 16 mei 1788 met het schip 'Teilingen' voor de kamer Rotter
dam. Jan gaat als jonge, dus zijn gage is niet zo hoog: f 5,- per maand. Op 12 mei 1789 zijn
ze na 11 mnd. 21 dg. aangekomen op Batavia. Jan blijft werken op het zelfde schip tot 27 mei
1789. Daarna gaat hij varen op de Patriot. Op 7 sept. 1790 is Jan overleden in het hospitaal
van Bantam. Via Lucas van Steenhoven, in de Bleikersteeg, wordt het geld, f69,10, ontvang
en.
24