Jong/Bakker en Jantje Klaas Smit. Akte bij notaris Jan Star: "Jan de Jong, matroos op "Bot-
land" en "Herstelder" VOC kamer Amsterdam, vertrok in 1774 naar Oost Indien, hij is op de
retourreis op 15 aug. 1776 overleden. Zijn erfgenamen werden: zijn moeder Jantje Klaas Smit
weduwe van Rijk Jansz de Jong en zijn zussen zijn Rijkje en Aafje Jans de Jong.
Cornelis Hendriksz Kalf vertrekt op 13 dec. 1768 met het schip "Ruyteveld" voor de kamer
Amsterdam. Er zijn ca. 325 personen aan boord, waaronder de Texelaars Albert Albertsz
Kikkert en Sijmen Brouwer. Zijn gage als busschieter is f 11,- per maand. Na 3 mnd en 29 dg.
wordt hij botteliersmaat, ter plaatsvulling van den overleeden Frederik Ludolf Oldenburg en
krijgt loonsverhoging naar f 12,- per maand. Ze komen aan op de rheede Ponnecaijl. In de
jaren 1770/1771 vaart hij op het schip "Ester Mije". Daarmee komt hij terug naar huis. Op 3 juli
1771 ontvangt hij zelf f446,3,11 van de VOC.
Albert Albertsz Kikkert is op 14 dec. 1738 geref. gedoopt in Den Burg als zoon van Albert Lam
bertsz Kikkert en Margaretha Hendriks van der Merct. Hij trouwt in 1763 met Geertje Wouters
de Bok. Op 13 dec. 1768 vertrekt hij samen met de Texelaars Sijmen Brouwer en Cornelis
Hendriksz Kalf met het schip "Ruyteveld" voor de kamer Amsterdam. Albert is Schipper en zijn
gage is f 72,- per maand. Op 13 dec. is hij schuldig aan de VOC 2 mnd. gage f 144,-, aan zijn
vrouw Geertje de Bok van Texel f 300,-, 2 zeekisten f 19,10 en 5 kelders f 73,6. Totaal f 556,:
16. Op 4 aug. 1769 komen ze aan op de rheede Ponnecaijl. Het jaar 1770 zit hij ook op de
"Ruyteveld" en nog 2 mnd. in 1771. Na getesteerd te hebben overlijdt hij op 13 april 1771. Er
staat niet vermeld waar hij overleden is. Op 8 aug. 1772 wordt in het reg. van weeszaken
vermeld dat: Albert Albertsz Kikkert, alhier gewoond hebbende, op 14 april 1771 op Batavia,
zonder testament is overleden. Desselfs weduwe Geertje de Bok, in gemeenschap van
goederen getrouwd, acte 5 juli dese jaar bij Jan Star, nagelaten eenig kind. Wacht met de
nalatenschap bepalen tot de papieren van Batavia zijn toegezonden. Geertje de Bok laat nog
een bijzondere akte opstellen: Zij deelt mee dat haar man Albert Albertsz Kikkert in het ge
noemde jaar 1768 als kapitein van de Oost-lndiëvaarder Ruyteveld naar Ceylon vertrokken
was en dat zij bericht van zijn overlijden aldaar ontvangen had. Zij liet daarbij schrijven:
Aangezien haar man in het buitenland stierf, door haar, comparante, niet heeft kunnen worden
geobserveert de formaliteijten hierbij andersints gebruijkelijk, van namelijk de sleutel der
huisdeuren te leggen op de doodskist van haar man, en voor de Baar uijt te gaan. (JA vd Vlis
- 't Land van Texsel blz.467).
Albert Lambertsz Kikkert is een zoon van Lambert Kikkert en Trijntje Harmens. Hij trouwt in
1762 met Antje Jacobs Quak van Den Helder. Hij vertrekt op 29 sept. 1769 met het schip
"d'Jonge Thomas" voor de kamer Amsterdam. Er zijn nog 3 andere Texelaars aan boord:
Harmanus Lambertsz Kikkert (zijn broer), Barent Bremer en Jan Maartensz Waart. Hij vaart als
opperstuurman en zijn gage is f 48, - per maand. Zijn schuld aan de VOC is bij vertrek: 2 mnd.
gage f 96,-, aan Anna Quaak f200,-1 kist f9 ,15 en 4 kelders f 16,-. Ze komen op 29 sep.
1769 aan op de rede van Batavia. In 1770 zit Albert voor de thuisreis op het schip Nieuwe
Rhoon en is vast overgestapt naar het schip "Kroonenburg". Komt met dat schip namelijk aan
op 15 juni 1771 in Amsterdam en ontvangt daarvoor 3V* mnd. gage plus een douceur. Op 18
juli 1771 wordt aan hem zelve uitbetaald f 1810,10.
Albert Pietersz Kikkert geboren in 1754 als zoon van Pieter Paulusz Kikkert en Jannetje
Hendriks vd Werf. Albert vertrekt op 17 dec. 1786 met het schip "Merenberg" voor de kamer
Enckhuijzen. Er zijn nog Texelaars aan boord: Willem de Wijn, Cornelis Schagen en Hendrik
Dirksz Bakker. Albert is Luijtenant en zijn gage is f 32,- per maand. Op 14 febr. 1788 komen ze
aan op Batavia. Hij raakt in het hospitaal van Batavia en overlijdt daar, niets nagelaten te
hebben, op 30 maart 1788. Hij is dan 34 jaar en ongehuwd. De VOC betaalt op 3 okt.1789 aan
Antje den Berger (wed. De Wijn) voor N.N. f 300,- en op 10 febr. 1793 wordt er aan Aaron v.d.
22
