Dit was niet de enige keer dat zoiets gebeur
de. Op 3 november 1660 gingen van een
vloot van 155 schepen ongeveer 100 verlo
ren. Honderden zeelieden verdronken. Be
kend is ook het vergaan van het schip 'Juffer
Marie Agnes' in 1735. Geen enkel beman
ningslid overleefde toen die ramp.
Een haven bij Nieuweschild?
Het is begrijpelijk dat de Hollandse kooplie
den, en met name de Amsterdamse, die het
belangrijkste deel van de handelsvloot beza
ten, zich vaak afvroegen hoe aan deze onbe
vredigende toestand een einde gemaakt kon
worden. Konden de schepen op de rede van
Texel beter beschermd worden? In 1671 ver
scheen een boek, geschreven door N. Wit
sen: 'Scheepsbouw en Bestier'. Op blz. 477
schrijft hij:
Waarom bij Nieuweschild? Witsen legt dan
uit dat daar, in zee, buiten de dijk, een vlakte
ligt, die ongeveer 66 morgen groot is. Een
morgen was de grootte van een stuk land dat
op een morgen gemaaid kon worden. Hoe
veel dit is, is niet zonder meer duidelijk. Er
waren in die tijd verschillende soorten 'mor
gen' in gebruik, afhankelijk van de land
streek. Zo bestond er een Texelse morgen
van ongebruikelijke grootte: 1,645 hectare.
Vermoedelijk zal Witsens de Amsterdamse
morgen bedoeld hebben, 8130 vierkante me
ter. Het stuk grond waar Witsen op doelde
was dus ca. 5 hectare groot. De zee is daar
tussen 10 en 15 voeten diep, 3 tot 5 meter.
Dat is voldoende diep voor de zeilschepen
van die dagen. Er is nog een andere reden
om de haven daar aan te leggen: de zeestro
men zijn daar niet sterk, omdat die uit noor
den en zuiden elkaar daar ontmoeten. Witsen
zegt dit zo:
Witsen gaat dan nog verder: er is bovendien
goede, harde grond, geschikt om te ankeren,
en de plaats van die haven is redelijk be
schermd tegen de noordwestelijke wind. Er
zijn vlakke gronden in het noordoosten (de
Vlakte van Kerken) waar weinig stroom loopt.
Als dan die vlakte nog afgepaald wordt zullen
de zeestromen ter hoogte van de nieuwe ha
ven nog zwakker worden en wordt de haven
aan de kust tegelijk tegen ijsgang beschermd.
Als hier een bequame haven was gemaeckt,
zouden de schepen t'allen tijden in en uit kon-
nen lopen, en zich tegen 't harde weer verzor
gen
Ontwerp van de haven bij Nieuweschild
Afb. 1 (pag. 12) toont hoe Witsen die haven
had willen maken. We zien de kustlijn bij
Oosterend en Nieuweschild. De kaap staat
op bijna dezelfde plaats als waar de bekende
IJzeren Kaap nu te vinden is.
De nieuw ontworpen haven ligt buiten de dijk;
hij wordt in de tekening door H aangegeven.
Natuurlijk moest de haven tegen stormen be
veiligd worden. Het voorstel was om dat te
doen door middel van rijen palen. De ver
schillende gedeelten van die beschermende
rijen palen zijn in de tekening gemerkt door
letters a, b, c en d.
Omdat de palenrij bij a dicht bij de dijk zou
liggen dacht Witsen dat het wel voldoende
zou zijn om bij a te volstaan met een enkele
rij palen, en hij vervolgt:
Hij wilde dus de buitenste rijen palen verster
ken met zeewier en grond, zodat er wierdij-
Het gebeurt zomtijds, dat binnens duins, en in
de Haven van ons land het Texel, schepen,
hoe hecht zij zijn, ten gronde gaen bij grote
storm. Om zulks te beletten, een besloten
Have niet ondienstigh gebouwt zoude zijn,
die, naar het gevoel des piloots, Marten
Zwaen, het alderbeste gemaekt konde wer
den bij het nieuwe schilt
(...deze haven is) bequaem om omtrent de
1000 schepen, in te leggen: ten andere om
de weinige stromen die daer gaen, want de
stromen die tusschen Texel en De Helder
inlopen worden vernietigt, door de stromen
die tusschen Texel en Eyerlandt inlopen, zoo
dat de stromen daer zwacker zijn als op ee
n/ge plaets daeromtrent
bij b twee regels, omdat daer meerder
stroom tegen staet, en om de zelve reden
zoude men bij c drie regel en bij d vier regels
palen moeten zetten, met wier ende andere
aerd-stoffe wel voorzien.
11