lia's, sierkersen, esdoorns, hortensia's- kwa
men van die kwekerij.
In april 1859 -hij was inmiddels 63- keerde
Von Siebold naar Japan terug als adviseur
van de Nederlandse Handel Maatschappij.
De opvolgers van de VOC hadden hun con
trole over Japanse aangelegenheden moeten
overdragen aan het Ministerie van Buiten
landse Zaken. Na zijn aankomst in Nederland
vertrok hij naar zijn geboortestreek Beieren,
om er aan zijn verzameling en zijn boeken te
werken. Hij had ook nu weer planten meege
nomen, zoals Hydrangea paniculata (pluim-
hortensia), Malus floribunda en Prunus sie-
boldii (sierappel en sierkers) en Spiraea thun-
bergii.
Het is niet erg zinvol om de namen van alle
door Von Siebold ingevoerde planten hier af
te drukken. Maar om een indruk te geven van
de aantallen plantensoorten met hun variaties
alleen al uit Japan: van de lelies 46; de pioe
nen 41; de coniferen 110; van de bomen en
heesters ongeveer 300; palmen en 'cycadee-
en' 8 en vaste planten meer den 100.
de, zoals Juniperus sinensis, Pinus parviflora,
Chamaecyparis obtusa 'Nana Gracilis', Thuja
orientalis. Van de bomen en heesters de es
doorns (Acer), sierkersen (Prunus), Mahonia
japonica, randpalm (Buxus), dwergkwee
(Chaenomelis), Clematis, Weigelia, olijfwilg
(Elaeagnus), Chinees klokje (Forsythia), to-
verhazelaar (Hamamelis), hortensia (Hy
drangea) en Japanse familieleden van de
Gelderse roos (Viburnum).
De Oost-Indische kers (Tropaeolum) zult u er
tevergeefs tussen zoeken. Net zo min als het
Kaaps viooltje uit de Kaap komt, komt deze
plant uit Oost-lndië, maar uit Zuid-Amerika.
Jaap Kortenhoeven
Capelle a/d IJssel
Illustratie uit de Flora van Heimans, Heinsius
en Thijsse, uitgave 1930
vtnrrn>
9