de zestiende eeuw niet echt een zaak waar men zich druk over maakte. De bevolking aanvaardde dat een priester een relatie had met een vrouw. Sommigen waren met dis pensatie getrouwd, velen hadden kinderen, voor wie ze bij hogere geestelijken of de rechtbank verzoeken indienden om het va derlijk bezit te mogen erven. Officieel immers heeft een priester geen kinderen, en die er niet zijn kunnen ook niet erven. Zo zeggen bijvoorbeeld op f.43v de Keuren van Texel. 'Voorts sal men weeten dat papenkinder (off andere luyde die niet gecomen en sijn van getroude bedde) die en sullen geen orconde dragen in rechte der goeder luyde off in een rechte eens poorters'. Dus: kinderen van een ongehuwde moeder en zeker priesterkinde ren hebben niet dezelfde rechten als kinderen uit een huwelijk. Daarmee komen we dus, na paus en bis schoppen, bij de gewone priesters aan. U denkt misschien inmiddels: wat een onzinnig verhaal. Wat hebben wij daarmee allemaal te maken, met samenlevende pausen en bis schoppen? Maar zij waren het die Texel ker kelijk bestuurden. En iedereen kan begrijpen dat, als de top zo leeft en handelt, de basis niet veel anders zal doen - ondanks alle voor schriften. En zo was het ook. Rogier stelt dat meer dan 50% der priesters niet celibatair leefde. Voorbeelden van priesters met rela ties zijn er dan ook zeer vele. Het hof van Friesland moest daarom niets hebben van de voorschriften van Trente; als ze die zouden opvolgen zou meer dan de helft van de pa rochies zonder priesters komen te zitten! 'Het monnikje in het koren' (ets van Rembrandt ca. 1646) Daarvan wil ik nog wat concrete voorbeelden geven, op weg naar Texel toe. Zo was de bekende Erasmus van Rotterdam de zoon van een priester. In Geervliet ontstaat ruzie tussen geestelijken over de vraag wie de va der van een baby is. De pastoor van Aarlan- derveen laat in zijn parochiekerk een raam aanbrengen met daarop afgebeeld zijn 'coke- bijn' (zijn vriendin) en hun kinderen. In Hoorn vraagt heer Gherrit Willemsz legitimatie van de zoon die hij bij Geertruyt Willems heeft. In Alkmaar wordt de legitimatie gevraagd van Jan Arentsz, priester èn priesterszoon. In Sint Maarten -we komen steeds dichterbij- heeft priester Claes Scheltus in 1558 zes kinderen. Voor de goede orde: dit zijn wat willekeurige grepen uit de geschiedenis, er zijn vele hon derden voorbeelden geregistreerd. Ja, en dan Texel. Is daar wat over bekend? Ik heb in elk geval ook hier enkele zaken weten op te diepen. De allervroegste is uit 1462 of daar omtrent. Dan wordt door de kerkmees ters van Den Burg aan het kapittel in Den Haag verzocht om vice-cureyt (onderpastoor) Symon Heinricsz te vervangen omdat hij een onkuis leven leidt. Daarover kan slechts het kapittel beslissen, omdat die het pastoors- recht van Texel hebben. Zij verpachten dat vervolgens aan een priester, zo bijvoorbeeld aan Dirck Gerritsz in 1534 voor 76 gulden per jaar. (Toen was het gewone jaarsalaris voor een werkman minder dan 25 gulden per jaar. Dirck moet dus proberen uit de bijdragen dat bedrag met winst terug te krijgen. (Of het ver zoek aan het kapittel is gehonoreerd weet ik niet.) Het 'geval Heinricsz' is wel de enige zaak die ik ooit ben tegengekomen over ont slag om deze reden. Behalve in geval van homosexualiteit natuurlijk; daar had men slechts één antwoord op: verbranding van de dader(s). Wat heb ik verder over Texel gevonden? Uit een proces uit 1538 komt een tweede naam naar boven. De zaak zelf staat er los van, die gaat over doodslag. Bij een ruzie tussen vis sers, gezeten in een boet op de duinen van De Koog rond een vaatje bier, wordt een van hen het slachtoffer. Hij wordt doodgestoken met een broodmes door schipper Jan Wa- lichsz. De gedode heet Jan Broersz en komt 6

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2001 | | pagina 8