DE VEENMOL In de nieuwe bungalows van 'Aldubo' aan de rand van De Dennen, logeerde tussen 28 juli en 11 augustus 2000 de familie Otter uit Enschede. Op een ochtend, waarschijnlijk 2 augustus, vond meneer Otter op het gras bij het huisje een vijftal 'rare beesten'. De verhuurster, Dudie den Boer- Boon, en hij herkenden ze als veenmollen (Gryllo- talpa gryllotalpa). Kort daarna meldde dhr. Otter zijn vondst tijdens een excursie van Staatsbosbe heer in de Westerduinen aan de rondleider. Die wist zeker dat de veenmol op Texel was uitgestor ven, beloofde te komen kijken maar deed dat niet. Daardoor kwamen de lijkjes bij mij terecht. Vondstmelding bij Ben Brugge van de Entomologi sche afdeling van het Zoölogisch Museum bracht daar grote vreugde teweeg. De gegevens van Brugge over Texel waren niet opgenomen in het boek 'De sprinkhanen en krekels van Nederland' van 1997. En nu bleek zijn gelijk. De Texelse veen mollen zijn inmiddels opgenomen in de collectie van het museum. Honderd jaar geleden waren er enorme aantallen veenmollen op Texel. Boswachter Min schrijft in zijn journaal van 1900: 20-7 Veenmollen nesten uithalen 37 nesten ge vonden. In het geheel 212 nesten uitge haald. 25-7 ...de groote kweekerij.In 't geheel hier 238 nesten van veenmollen (Gryllotalpa vulga- ris) gevonden. Ter bestrijding van insecten zet hij 'kippenhokken in de bebossching'Ook zijn er 'vogelwoningen' geplaatst. Navraag bij bosrandbewoners leert dat de beestjes er 'vroeger' voorkwamen, zoals bij De Marei, bij Piet Kok in de tuin, bij Dijksen in het Elzenbos. Niet algemeen, men kwam ze af en toe tegen. Het veld je bij Aldubo, waar de 'vijf van 2000' gevonden zijn, was ooit een tuintje voor Maarten-Jeroen, de zoon van Dudie den Boer. Het was geen succes, want de wortels van de planten werden afgevreten, wat erop wijst dat ze daar toen waren. Juist dat wortelgeknaag maakt de veenmol gehaat bij boer en tuinder. Maarten 't Hart schrijft daar prachtig over in zijn verhaal 'De veenmollenplaat', evenals in zijn column 'Van 't Hart' in het Noord- Hollands Dagblad. Door de levenswijze van de veenmol (onder de grond in een gangenstelsel met middenin het nest met eitjes) knaagt het beest de in zijn weg komende plantenwortels af, waardoor de tuinboontjes of bloemkoolplantjes van Maarten 't Hart geel worden en omvallen. Hetzelfde deden de veenmollen bij boswachter Min in de 'Kweeke rij'. Min liet de nesten uithalen, zo grondig, dat er in 1901 geen woord meer over de veenmol wordt op geschreven. Dat brengt mij op de gedachte dat de veenmol niet van oudsher op de Mient voorkwam om zich van daar op de Kweekerij tegoed te doen aan de wor tels van verse jonge boompjes. Die boompjes kwa men in de eerste jaren niet uit eigen kwekerij, maar werden ingevoerd van de overkant, bijv. op 2 april 1900: 'Uit Bakel ontvangen 100.000 Pinus Austri- aea en 4 zakken graszaad.' En: -6-4-1900 ....'Van Mej. Van Aalst 21300 1-jari- ge Grove Dennen. -25-3-1901 'Plantsoen uit Schoorl ontvangen 26-3-1901 'Leege manden naar Schoorl gezon den voor ander plantsoen. De in manden aangevoerde jonge boompjes wer den op regel gezet in de kwekerij, nog eens ver- speend en dan in de tevoren gespitte plantgaten gezet. Het ging om enorme aantallen boompjes en in de wortelkluiten daarvan kon van alles meeko men, ook veenmollen. Maar daar maakten de ar beiders van Min korte metten mee. Enkele veenmollen wisten blijkbaar te ontsnappen en zich buiten de Kweekerij voort te planten. Zo lang ze buiten de ontgonnen tuinen bleven konden ze voortbestaan, tot in het jaar 2000. Misschien waren dit de laatste exemplaren. Misschien leven er nog enkele dieren in de bosrand. Piet Kok heeft ze de laatste tien jaar niet meer gezien. Levenswijze van de veenmol De veenmol behoort tot de Orthoptera, het is een soort krekel van ca 4-5 cm, die ondergronds leeft. Ze graven gangen en een nestje voor de eitjes. Als er genoeg voedsel is gaat de voortplanting sneller dan in geval van schaarste. De moeder-veenmol verzorgt de eitjes door ze af te likken tegen schim mels. Ook de eerste weken na het uitkomen zorgt ze voor steeds verse humus en plantenwortels door de wanden af te schrapen. De jonkies (nym- fen) maken 10 stadia door en verlaten in het vijfde stadium het nest. De ontwikkeling tot imago (vol 21

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2001 | | pagina 23