UIT HET LEVEN VAN TINUS VLAMING (*1913), afl. 4
De eerste auto's in Oosterend
Simon Koppen zou een echte auto krijgen,
een vrachtauto. Hij had van de Gemeente
Texel grondwerk aangenomen en daar heb je
rijdend materieel voor nodig. Simon had gele
zen dat een garage in Alkmaar importeur was
van de zogenaamde T-Ford automobielen.
Waren er eerst een tot twee ton vrachtwa
gens leverbaar, nu waren er ook drie ton
vrachtwagens. Onder gunstige voorwaarden,
stond er bij.
Simon Koppen, zo heette hij, was een 'thuus-
haalder' (pleegkind) van Jan Boon en An For-
mer ('Schoen'). Die woonden waar nu Piet
Heerschap woont aan de Vliestraat. Jan
Boon was een klein boertje en boerde in en
om Oosterend. Hij had een paar koebeesten
en een paard met een Tilbury. Daarmee ver
voerde hij mensen naar Den Burg en Oude-
schild. Soms waren er mensen in ons dorp
die familie op bezoek hadden, die Jan Boon
vroegen of hij bijvoorbeeld zin had om
woensdag bij mooi weer een ritje te maken
naar de vuurtoren om daar dan 2 a 2,5 uur te
wachten. Boon vond het best, want daar had
hij tenslotte zijn gerij voor. Er waren nog een
paar boeren die ook wel 'taxi' reden, zoals
Jan Mantje en Willem van Rennetje (zo werd
hij altijd genoemd, zijn echte naam was Wil
lem Bakker). Die wagens waren minder luxu
eus, zodat Jan Boon altijd voordeel had van
zijn betere gerij.
Wij gaan nu weer eens even kijken bij Simon
Koppen. Die had al zijn eerste les gehad en
kwam weer terug van zijn tweede les. Het
ging al beter dan de eerste keer. Het duurde
toen niet lang meer of de eerste T-Ford
maakte de straten van ons dorp onveilig en
menig oudere durfde de straat niet meer op.
Dat werd nog erger, want Simon zou Simon
niet zijn als hij er geen brood in zag. Het
duurde echter niet zo lang of meerderen uit
Oosterend dachten: 'Wat hij kan, kan ik ook.'
Jan en Gerbrand Dros hadden al een fietsen
winkel, waar zij alles wat met de fiets te ma
ken had wel te koop hadden. Zij waren de
eersten in Oosterend die een luxe T-Ford
aanschaften voor zowel een taxi als voor de
verhuur. Dit werd dan per kilometer verre
kend.
Zaterdagavond was het soms erg druk. Dan
deden vier of vijf jongens de zakcenten bij
elkaar en huurden dan een T-Ford voor een
paar uur. Op voorwaarde dat, als ze brokken
maakten, ze dit zelf moesten betalen. De ou
dere mensen waren eerst nog bang zich in
een auto te laten vervoeren en gingen liever
lopend of per paardentaxi. Maar langzamer
hand won de auto het van de paardenwagen.
Maar Jan Boon reed taxi, al werd het minder
sinds Hannes van der Slikke een auto aange
schaft had. Dit keer geen T-Ford, maar een
echte met versnellingen. Heel Oosterend
moest komen kijken naar zo'n mooie auto -
een Chevrolet. Een aantal mensen kon dat
woord nauwelijks uitspreken, laat staan schrij
ven. Hannes had heel wat van zijn spaarcen
ten erin gestoken, maar de inkomsten vielen
wat tegen. En daar wilde hij wat aan doen. Hij
had naast zijn winkel in kruidenierswaren nu
ook een taxibedrijfje.
Het autotijdperk kwam toen op gang voor
Oosterend met Simon Koppen, de gebroe
ders Jan en Gerbrand Dros en niet te verge
ten Hannes van der Slikke. Tinus Bremer, die
de ket verruilde voor een Opel bestelwagen,
joeg 's avonds de wat oudere mensen de
stuipen op het lijf door bijvoorbeeld -als hij
wist dat ze wat staffig werden- vlak achter
hem of haar te rijden en dan hard te claxon
neren. Het mooiste vond hij dat hij of zij met
de vuist omhoog stond als hij voorbij was. En
dan zat hij te lachen in zijn bestelwagen.
Tinus Vlaming
19