Franse leenwoorden en Ingweonismen in de dialecten van Texel en Aalsmeer Onlangs is een woordenboek uitgegeven van het Buurts, het zo goed als 'niet meer gespro ken dialect van Aalsmeer'. Bij de officiële uit reiking van dit woordenboek op 22 november jl. was de laatste spreker van het Buurts nog aanwezig. M. 't Hart stelde dit woordenboek samen uit de lijsten van de Commissie Dia lect van de stichting 'Oud Aalsmeer', die tus sen 1975 en 1982 actief was. Tijdens het sa menstellen van dit woordenboek stuitte 't Hart op frappante gelijkenissen tussen het dialect van Aalsmeer en dat van Texel (waar hij sinds enige tijd woonachtig is). De lijst van overeenkomstige woorden die hij vervolgens maakte bestond uit érierzijds verbasterde Franse woorden, anderzijds uit een aantal specifieke dialectwoorden. In deze laatste groep woorden ziet 't Hart een bewijs voor het bestaan van een algemeen kustdialect, het Ingweoons. Om een verklaring te geven van het voorko men van zowel Franse leenwoorden als Ing weonismen in de dialecten van Texel en Ameland (en eventuele andere dialecten) wil ik in twee artikelen op deze verschijnselen ingaan. In dit eerste artikel zullen de Franse leenwoorden besproken worden, in het vol gende artikel de Ingweonismen. Frans in de Nederlanden In de Bourgondische tijd (1433-1555) was het Frans de hoftaal in de Nederlanden. Het hof beschouwde het Nederlands als een barba- rentaal. Ook de Oostenrijkers Margaretha van Parma, Karei V en Philips II van Spanje ke ken neer op de volkstaal. Tijdens de Tachtig jarige Oorlog bleef het Frans de taal van de hoogste kringen. Willem van Oranje had Frans als moedertaal en zijn laatste woorden zouden zijn geweest: 'Mon Dieu, ayez pitié de mon ame et de ce pauvre peuple' (Heer, heb meelij met mijn ziel en dit arme volk). De lutherse reformatie kwam uit Duitsland. Deze beweging is echter overschaduwd door het calvinisme, dat van Franse oorsprong is. Wel is het taalgebruik van het protestantisme meer beïnvloed door het Duits dan door het Frans. Door godsdienstvervolgingen en revoluties in Frankrijk kwamen in de 16de, 17de en 18de eeuw veel protestantse Franse immigranten naar de Nederlanden. Na de omwenteling van 1795 kwam Nederland in 1806 in handen van Lodewijk Napoleon, die het Nederlands een warm hart toe droeg. Deze koning van Holland nam taalles bij Bilderdijk, maar toen hij zich vervolgens moest voorstellen aan de ministers zei hij: 'lek ben konijn van Olland.' Lodewijk Napoleon gaf de Tweede Kamer tevens de opdracht een 'Hollandsch Woor denboek' te vervaardigen, wat de aanzet is geweest tot het Woordenboek der Nederland- sche Taal (WNT). Franse bastaardwoorden in het dialect Het Frans was dus vanaf de 14de eeuw tot ongeveer 1800 de hoftaal en de taal van de hoogste kringen. Andere standen namen Franse woorden over om zich aan de hogere standen te spiegelen. Het Frans drong van de burgerkringen door naar de volkstaal en de dialecten. In de volkstaal komen ontleningen veelal in verbasterde vorm voor, bijvoorbeeld ajuus, astrant, krek, voor adieu, assurant, correct. De grote specialist op het gebied van Franse leenwoorden in het Nederlands is Salverda de Grave. In zijn boek De Franse woorden in het Nederlands (1906) geeft hij een verklaring voor de verbasterde vormen van Franse leen woorden in de dialecten: Hoewel het lagere volk, dat dialect sprak, soms direct met de Franse taal te maken kreeg, bijvoorbeeld door de aanwezigheid 'Een afzonderlike plaats komt in dezen toe aan de dlalekten: in de algemene spreektaal is bij de overneming van vreemde woorden de persoonlike aanraking met het vreemde volk een hoofdfaktor; niet aldus in de dialek- ten.(p. 122) 16

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2001 | | pagina 18