Tessels Prate Tinus Vlaming Maar Meis werd steeds zieker en toen wij na een paar weken weer eens op ziekenbezoek wilden, zei Engelpeet dat wij een andere keer maar eens terug moesten komen. Daar Meis hoge koorts had, was het te druk voor haar. Toen wij weggingen, zagen we de dominee er binnengaan en even later ook de dokter. Ds. Buskes schrijft in zijn boek 'Het eiland, de stad en het koninkrijk' het volgende: 'Nergens heb ik met de kinderen mooier en rijker kerst feest gevierd dan op Texel.Meis was er vol van. 'Als ik maar voor kerstfeest beter ben', zei ze. Hoe dichter het kerstfeest naderde, des te feller werd haar verlangen. Ze had bij na altijd verhoging. De koorts straalde uit haar ogen, maar het kerstfeest liet haar niet los. Het was niet gemakkelijk, haar iets van de werkelijkheid te doen beseffen.. Maar het moest en ik knoopte aan bij haar verlangen om voor kerstmis beter te zijn. 'Verlang je zo heel erg naar het kerstfeest?' 'Nou en of.' 'Maar als je niet beter wordt?' 'Ik word vast beter.' 'Maar als God nou eens wil datje niet meer op aarde maar in de hemel kerstfeest viert?' Toen begon Meis te huilen, fel en hartstochtelijk. Ze wilde op aarde kerstfeest vieren, niet in de hemel. Maar de volgende dag zei ze dat het ook goed was als God wil de dat zij het in de hemel vierde. Daar zou het toch ook wel heel mooi zijn. Een week voor kerstmis stierf Meis. Zij was een van de jonge mensen die het slachtoffer werd van een ziekte waar in die dagen de medicijnen ter genezing nog niet voor uitge vonden waren. Toen de kerstklokken hun geweldige bimbam over ons kleine dorp lie ten horen, vierde Meis het kerstfeest in de hemel. De kinderen van school mochten alle maal Meis haar begrafenis op het kerkhof van Oosterend bijwonen. De schoolmeester en ds. Buskes deden wat op het graf van een zo jong meisje toepasselijk was, met de troostwoorden uit Psalm 23, 'de Heer is mijn Herder'. Deze begrafenis heeft zeker, misschien eerst onbewust, een stempel op mijn leven gelegd. Temeer omdat de tbc ook in mijn familie zijn slachtoffers opeiste. Zo zou ik in het gezin waar ik zelf uit voortgekomen ben, ook drie gevallen van dezelfde ziekte kunnen noe men. Omdat ze niet wisten dat mensen el kaar besmetten. Het enige dat hielp, dachten ze, was goed eten en frisse lucht. Op dokters advies werden er dan Witte Kruis-tenten ge plaatst. Dat waren houten hokjes die, naar gelang de wind, uit de wind geplaatst konden worden. Je kunt het vergelijken met een strandtent. Alleen konden deze hokjes, voor de zieke mensen die erin lagen, gedraaid worden zodat de wind voor hen niet hinderlijk was. Het was echter helemaal nog geen idea le plaats voor zieke mensen. De huizen wa ren dicht op elkaar gebouwd en de ruimte die dan buiten overbleef was maar heel klein. En als er dan ook nog een Witte Kruis-tent staan moest bleef er niets over dan een paar paad jes om in de tent te komen. Meis was echter niet aan het liggen in een tent toegekomen. De ziekte die ze had, was toen dodelijk. Men noemde het de vliegende tering. En dat was met Meis ook het geval. Het Terschellinger blad 'Skylge myn lantse' van de Cultuurhistorische Vereniging aldaar, kwam in augustus uit met een themanummer over de Terschellinger dialecten. Dat zijn er maar liefst drie: het Skylingers in het westen, het Aasters van Oost-Terschelling en het Meslanzers van Midsland en omgeving. Het is een prachtig nummer. Terschelling heeft veel verhalen en gedichten in de drie dialec ten. Het Meslanzers blijkt voor een Tesselaar het gemakkelijkst te lezen. Er zitten herken bare, soms zelfs dezelfde dialectwoorden in. Een voorbeeld: 'iemand' en 'niemand' worden in het Tessels niet echt gebruikt. Je zegt: 'D'r was er iên an de deur" en 'd'r kwam er gien- iên of 'gien méns' op af. Dat is in 't Meslanze rs net zo. Tweede voorbeeld: 'allebei' is 'beie- gaar', zoals bij ons. Er staat ook een aantal anekdotes in het blad, waarvan ik er hier een paar weergeef. (Terschelling gebruikt de Frie se schrijfwijze, maar ik heb de vrijheid geno men om onze eigen manier te gebruiken, vanwege de leesbaarheid voor de Tesse- laars!) 23

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2000 | | pagina 25