Volgens een oude overeenkomst was de brandweer van Oudeschild verplicht met hun spuit en de bemanning in Den Burg te assis teren. Alleen gedurende onweer kwam de brandspuit niet van dat dorp. Toen de Oudeschilders met twee wagens, getrokken door vier paarden, met hun spuit en toebeho ren in de Hogerstraat arriveerden, was het karwei geklaard en kon de stoet vertrekken. Gerrit van Oosten had daarna 'een onlijdelijke pijn en was buiten staat zijn beroep te kunnen waarnemen.Hij werd in de raadsvergadering toegelaten en mocht zijn verhaal vertellen. Nu mocht volgens artikel 13 van het brandregle ment niemand enig loon eisen, maar pijplei- ders of anderen die zich bezeerden, hadden recht op geneeskundige behandeling en een daggeldvergoeding naar oordeel vast te stel len door de gemeenteraad. Nadat dit was besproken werd Gerrit allereerst opgedragen naar de chirurgijn Dirk Ooykaas, wonende Stenenplaats 6, te gaan om naar zijn hand te laten kijken en in de volgende vergadering moest hij met een bewijs komen dat de bles sure tijdens de brand was ontstaan. Die dag nam de Raad het besluit aan de manschap pen van de spuit van Den Burg als eerstko mende tien gulden te betalen. Die van Oude schild kregen voor hun waakzaamheid -zon der te blussen- de tweede premie van. zeven gulden en tien stuivers. Hoewel het niet vol gens de reglementen was wagens met paar den te gebruiken, kregen de eigenaren van de paarden tien gulden en tien stuivers als premie, later nog aangevuld met een belo ning van twee gulden per paard. In de volgende raadsvergadering kwamen de brandmeesters van Den Burg 'uit Naam der Raad van de Spuit'. Tegenwoordig zou men zeggen dat de gebeurtenissen geëvalueerd moesten worden. Na het lange gesprek wer den voorstellen gedaan en afspraken ge maakt: allereerst het beter reglementeren van het werk van de brandspuitgasten en het werk aan de brandhaken, ladders en dekzeilen. De omschrijving werd aan de brandmeesters overgelaten en zou later in overleg worden 18

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2000 | | pagina 20