NA DEN STORM
TEXELSCHE REIS
HERINNERINGEN
AAN EENE
DOOR
AA. DEENIK Mlz.
PREDIKANT TE TERNAARD
DOCKUM
S R. SCHAAFSMA
1864
Op 24 november 1863 schrijft A A. Deenik
Mlz, predikant te Ternaard in Friesland, een
brief aan de kerkenraad der Doopsgezinde
Gemeente van Burg, Waal en Oosterend. Hij
meldt dat het hem aangenaam zal zijn om
aan de uitnodiging te voldoen om voor de
Gemeente op te treden. Op 1 december be
vestigt hij, dat hij tegen de 20ste december
denkt over te komen. Hij wil over Amsterdam
via Haarlem reizen, waar hij zijn moeder met
een bezoek wil vereren en dan naar Texel.
Niet per schip naar Harlingen, want: 'Zonder
bevreesd te zijn voor de zee, maakt echter
mijne vatbaarheid voor zeeziekte, dat ik mij
liefst niet meer blootstel aan den invloed van
het groote water, dan hoogst noodig is.
Dominee Deenik is nogal breedsprakig,
strooit ruimschoots met citaten in alle mogelij
ke talen en schrijft een boekje van 44 bladzij
den. U leest hieronder een samenvatting.
In Leeuwarden gaat de predikant
naar een logement. Hoewel het de hele dag
windstil is geweest, gaat het die avond hard
waaien. Ik had thuis beloofd niet over zee
naar Holland te reizen bij onstuimig weer. Ik
had me voorgenomen die belofte trouw na te
komen. De verhalen van de schipbreukelin
gen stond mij nog levendig voor de geest.
Doch de reis over land uit Friesland naar Hol
land is ook een tentatie, ondanks verbetering
daarin gebragt door de opening van den
'Centraal-Spoorweg
De volgende morgen waait het ver
schrikkelijk. Na een vreselijke tweestrijd- de
saaie en kostbare reis via Zwolle of over zee -
besluit de predikant in alle gevallen naar Har
lingen te reizen om de zee in ogenschouw te
nemen. Per trein via Dronrijp - Franeker naar
Harlingen. De wind was gaan liggen en de
zee zag er zo kalm uit, dat ik terstond besluit
me in te schepen. Diezelfde dag nog was ik in
Amsterdam.
Na enige dagen bij zijn familie te heb
ben vertoefd, gaat hij op zaterdag de 19de
december aan boord van de stoomboot die
van 't Nieuwediep naar Texel vaart. A/a een
klein uur varens kwam ik in Oudeschild aan,
waar eene diligence mij naar den Burg bragt,
de hoofdplaats des eilands en mijne bestem
ming. Des zondags kweet ik mij van mijne
belofte door voor de gemeente op te treden.
Ik wilde diezelfde dag nog vertrekken, maar
op aandrang van mijn gastheer bleef ik, om
de volgende dag bij goed weer, een toertje te
maken. Texel is waarlijk schoon. Ik leerde
veel aangaande de eigenaardige gesteldheid
van het eiland, betreffende historie en voor
malige toestanden, aard van de grond, de
verschillende polders, historie der dijken, enz.
enz. 's Avonds gaven we gehoor aan een uit
nodiging en voordat ik ging slapen nam ik
reeds afscheid van de familie, omdat ik de
Ik had de stoutmoedigheid om op de 20sten
December eene preekbeurt te vervullen aan
den Burg op Texel. Weet, dat op de 3e en
4de December een vreesselijke orkaan heeft
gewoed, welke alom zoo betreurenswaardige
verwoestingen aanrichtte. Ik vond dan ook
het vooruitzigt van eene zeereis huivering
wekkend en maakte dan ook geen andere
reserve: ..'indien het weder de reis mogelijk
maakt.Het is nogal een onderneming om zo
midden in de winter uit het noorden van Fries
land naar Texel te reizen.
Op den 13de verliet ik mijn woon
plaats en ging naar Dockum per as. Met de
trekschuit naar Leeuwarden. Dit was de enige
mogelijkheid om in L. te geraken. Mijn mede
passagiers bestonden voor een deel uit slagt-
offers van den storm, schipbreukelingen van
Ameland en Schiermonnikoog. Zij waren ge
wond en hadden bijna geen geld en waren op
weg naar huis. De verhalen die zij vertelden
waren ijzingwekkend. We meenden nu eerst
te begrijpen met hoeveel ellende een schip
breuk gepaard kan gaan.
14