(hirundo en mucrura) en de nesten dezer vo gels waren legio. Werden de eerstgevondene met belangstelling bekeken, weldra werd er weinig notitie meer van genomen; alleen het groote aantal en de kleurverscheidenheid der eieren bleven de aandacht trekken. Aan het begin van het terrein en later op het Boltje bij den poldermolen vond men zeer vele Stern- nesten met drie eieren, ongetwijfeld alle van Vischdiefjes, terwijl men meer in het mid dengedeelte de nesten met twee eieren aan trof van Zilvergrijze Zeezwaluwen of Noord- sche Sterns. Op enkele plaatsen waren zoo vele nesten bijeen, dat men de voeten bijna niet vrijelijk kon bewegen. Een enkel nest werd dan ook de dupe van de groote hoe veelheid. De Dwergstern was niet zoo talrijk vertegenwoordigd, doch op verschillende plaatsen liet ze toch haar nijdig stemmetje hooren, of zag men een voorwerp met korte vleugeltrekken voorwaarts snellen. Enkele nestjes er van werden gevonden op het zand en de eieren vergeleken met die van Strand- pleviertjes, waarvan er meerdere aanwezig waren. De verschillen sprongen genoegzaam in het oog. Ook de vlugge strandvogeltjes heeft men in hunne bewegingen gadegesla gen, doch hoe ijverig men ook heeft gezocht, een nest van de Bontbekplevier heeft men niet kunnen ontdekken. Wel waren er enkele exemplaren van deze vogelsoort aanwezig. Op een der landen, waarop eene groote zandvlakte, had een groote kolonie van kluiten zich gevestigd. Op eiken akker vond men meerdere nesten, bijna alle gevuld met vier eieren ieder en aanhoudend was het angstgeschreeuw der vogels, die hunne blauwgroene pooten in allerlei standen hiel den, of de malste bewegingen vertoonden over de vlakte. Op hetzelfde land vond men twee nesten van Slobeenden, het eene met 10, het andere met 9 eieren en beide voor zien van talrijke donsveertjes. Leeuweriken waren overal te zien, doch eieren vond men niet meer, wel jongen van verschillenden leef tijd. Ook Gele Kwikstaarten en Graspiepers waren aanwezig, terwijl Dr. Büttikofer beweer de een Oeverpieper te hebben gezien. We ontvingen ook nog bezoek van een paar rijks-veldwachters, die het terrein uitstekend hebben bewaakt. Op het Boltje hebben we geruimen tijd vertoefd. Behalve de zeer vele reeds genoemde vogels vielen daar ook te bewonderen ongeveer twintig mannetjes van Kemphanen op de plaats, waar ze in het voorjaar alle dagen hunne spiegelgevechten houden. De meest uiteen- loopende kleuren kwamen voor en geen twee voorwerpen waren gelijk. Wonderlijke dieren, die strakjes het bruidskleed en de aange zichtswratjes weder zullen afleggen en dan alle ook weder in vederkleed gelijk zullen zijn. Over het polderbeekje zijn we geva ren. De watermolenaar heeft ons allen op den rug in het bootje gebracht en in twee bezen- dingen naar den anderen oever geboomd. Op den molen werden we bijzonder vriendelijk ontvangen, en daar hebben we gretig gebruik gemaakt van de lafenis ons in den vorm van thee, water en melk geboden. In den diepen kelder vond de Heer Büttikofer gelegenheid tot het in orde brengen van zijn 'kiekjeskast'. Van den molen ging het langs de Ei- erlandsche uitwatering. Hier groeien op de kade groote bosschen van Duindoornen en daarin hebben tal van Kneuen, Paapjes en Grasmusschen hare nestjes gebouwd. Vooral de Kneuen waren er rijk vertegenwoordigd en dikwijls kon men de broedende exemplaren zoo kort naderen, dat men ze met de hand zou hebben kunnen grijpen, als de scherpe dorens dit niet belet hadden. In vele nesten waren reeds jongen aanwezig, doch ook ver scheidene heeft men er gezien met 4 a 6 eie ren. Toen we nabij de Eendracht waren gekomen, stonden de rijtuigen gereed en 11 Kluut op nest (fotoarch. Hist. Ver.)

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2000 | | pagina 13