ten uithoven, van waaruit ze met lekebroe- ders werkten aan het verbeteren en terugwin nen van overstroomde en verlaten landerijen. De kloosterorganisatie kon meer bereiken dan de berooide bewoners op eigen kracht. Ze hadden dan ook steun van het wereldlijk gezag, in dit geval de Graven van Holland. Pas in de 14e eeuw als er een strijd om de macht ontstaat tussen de Bisschop van Utrecht en de Hollandse Graaf verandert dat. Na de slag van Warns (1345) neemt de graaf het kerkelijk bezit over. Dit in het kort, er is veel meer over te vertellen maar voor dit deel van de geschiedenis voert dat te ver. HET KLOOSTERHOEKIE Nog eeuwen nadat de monniken hun macht verloren, waren er herinneringen aan hun bestaan. De oude Texelaars wezen elkaar de Monnikenput op het Kloosterhoekie, ook wel Kloosterbossie, omdat er een bos stond. En langs de Monnikenweg liepen ze naar hun uit kloostermoppen opgebouwde Bleekerij, waar ze linnen bleekten De Tempeliersweg herin nert ook aan de monniken - dat die Tempe liers ook in de 14e eeuw opgeheven waren (1312) was verweven geraakt met het weg sturen van de Augustijners in 1345. Zo gaat dat in de volksmond. Uit de reconstructiekaartjes blijkt dat het Kloosterhoekie in de 13e/14e eeuw op het strand van het Koogereiland zou hebben ge legen aan de oever van de nog niet dichtge slibde geul. Niet zo'n heel goede plaats voor een kloostergebouw en een zoetwaterput... En of die bleekerijonderneming niet uit later tijd is? Het zou best kunnen. Hopelijk komt het daar nog eens tot archeologisch onder zoek. Toch was daar die put. Nergens een huis in de wijde omtrek, want alles wat daar staat is van na 1900. Ook Berkhoeve dat in 1902 werd gebouwd door Jan Jansz Witte van Her manshoeve. De kinderen uit die buurt, zoals die van Bloemwijk herinneren zich hoe de boer voor de schapen water uit de Monniken- put haalde, en daar een hele voorstelling van maakte als er kinderen toekeken. Alles bij elkaar reden genoeg om eens een kijkoperatie uit te voeren. Jan Huisman, die rond 1980 de bovenkant van de put gesloopt had - ze wilden eens bollen verbouwen op dat stuk land - wees de juiste plaats aan. Hij stak een ijzeren staaf in de grond en die raakte steen, dus daar was het. We begonnen ent housiast te spitten op de aangegeven plek. Om te beginnen werd een flink werkvlak uit gestoken. Al gauw bleek echter dat Jan Huis man kans had gezien de enige steen daar in de grond, een zwerfkeitje, te raken. De opgra ving liep dood in schoon zand. Gelukkig was er ooit een luchtfoto van het huis van Voskuil gemaakt, zodat we op de juiste plek terecht kwamen, vlak bij die van Jan Huisman. Daar was de put, 75 cm. onder het maaivlak. Er kwam een ronde betonnen prefab stapelcon structie te voorschijn, gevuld met puin van de bovenbouw, en daar was ook het grondwater. Maar dit is helemaal niet oud, zoiets is van na 1900. Hoe kan Arie Maas de kruidenier (1882-1973) dan monnikenverhalen vertel len? Als het nieuw aangelegd is, heeft hij dat toch zien gebeuren? Of is het een oud geval waar iets nieuws overheen is gebouwd? Dat kan, en daar komen we alleen achter door een echte opgraving te doen met bronbema ling... 2. 21

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2000 | | pagina 23