SCHILDERIJEN
SEEN SUBSIDIE
VOOR AMUSEMENT
Op 22 februari 1919 bezat de Gemeen
te Texel twee schilderijen:
- Salomons eerste gericht, en
-Jachttafereel.
Beide stukken waren geschilderd door
C. van Schoijen.
Voor onderzoek werden deze naar
Den Haag gezonden, blijkbaar waren
ze beschadigd.
Daar bleek dat herstel fl. 650,- zou be
dragen. De waarde werd daarna ge
schat op fl. 2.000,- en fl. 1.000,-.
Prof. Dr. Martin, directeur van het
Mauritshuis, en dr. Van Overvoorde,
Rijksarchivaris te Leiden, gingen met
deze schattingen akkoord.
B. en W. van Texel maakte een voor
stel tot restauratie en eventueel tot
verkoop na de restauratie. Met de res
tauratie ging de gemeenteraad met elf
stemmen akkoord. Alleen het raadslid
Keesom was tegen en wilde direct
verkopen.
De raadsleden Kikkert en Mets waren
van oordeel dat Texel aan kunstwaar
de zo weinig bezat, dat niet verkocht
mocht worden.
Eind september 1919 hing een van de
gerestaureerde stukken in de raads
zaal en het andere in de burgemees
terskamer.
EN WAAR ZIJN ZE NU
De Texelse Sportvereniging, die in 1912 was
opgericht, diende in april 1920 bij de Ge
meente Texel een verzoek om subsidie in. De
voorzitter van die vereniging was de schoen
maker en -handelaar Arie Comelis Jacobsz.
Rab (1869-1950) en de secretaris Douwe
Ariesz. Dros (1887-1978).
Door B&W werd een pre-advies aan de ge
meenteraad uitgebracht en daarin schreven
zij het 'minder gewenst te achten voor amu
sement gelden beschikbaar te stellen'. Zij
stelde voor deze niet te verlenen.
Het zou een hamerstuk geweest zijn als niet
Florits Gerritsz. Dekker (Wieringerwaard
1869-Prins Hendrikhotel 1922) een zetel in de
Raad had veroverd. Deze projectontwikkelaar
van de Polder Het Noorden vroeg en kreeg
over deze zaak het woord. Dekker betoogde
dat voor het gymnastiek-onderwijs op de
scholen van Texel door de Gemeente veel
geld werd betaald. Daarom vond hij het on
juist dat aan de sportvereniging deze subsidie
werd onthouden. Hij stelde voor over dit on
derwerp te stemmen. Florits Dekker met zijn
eenmansfractie kreeg geen enkele bijval. De
overige elf aanwezige raadsleden deelden de
mening van het college van B&W, zodat de
vereniging met lege handen bleef
Wist u dat in april 1920 de gemeente
raad besloot een urinoir bij het raad
huis te plaatsen, waarvan de kosten
waren begroot op fl. 350,-
Cor Rey
17