Amsterdam overvleugelde de vier anderen, die financieel zwakker waren. Luitenant de Winter bleef nog op de 'Erf prins', die onder commando kwam van kapi tein Louis Aberson, die als tweede kapitein onder Van Kinsbergen in de zeeslag van de Doggersbank was geweest. De Winter werd overgeplaatst naar het linieschip, de 'Admi raal Piet Heijn', van gelijke klasse en kwam daarna als eerste officier op de 'Batavier', ook een schip van die grootte. In 1782 vertrok Adriaan Braak in een klein eskader naar West-Indië om daar defensief werk te doen. De eskadercommandant was de al bejaarde kapitein Nicolaas Riemersma, die door contacten met kolonisten in Amerika sterk pro-Amerikaans was. Voor Braaks hou ding was dit van grote invloed en het versterkte zijn patriottische gevoelens. Na terugkeer in Patria (=vaderland) nam Adri aan het commando over op het linieschip de 'Amsterdam'. Van dit schip, uitgerust met 64 stukken geschut, was Lodewijk graaf van Bylandt (1719-1792) aan de kant geschoven. Deze schout bij nacht was in 1780 betrokken geweest bij de aanleiding tot de Vierde Eng else Oorlog. Hij had met zijn schip niet deel kunnen nemen aan de grote zeeslag. In een proces werd hij verdacht van lafheid en pro- Britse gevoelens. Ondanks de vrijspraak werd hij geslachtofferd. In mei 1783, tijdens de wapenstilstand met Engeland, voer Braak met zijn schip naar de stad Amsterdam, waar de admiraliteit uit be zuinigingsoverwegingen het scheepsvolk van grote schepen wilde afdanken. Braak kreeg te maken met onrust en relletjes. Een volkshouder werd verdacht van de ronseling van een jongeman. Varensgasten van de 'Amsterdam' en 'het gemeen van de stad' plunderden het huis van de ronselaar. De schutterij van de stad trad hard op en arres teerde Braaks tweede schrijver. In 1784 was Van Kinsbergen met een eska der voor vlagvertoon naar de Middellandse Zee. Pieter Hendrik Reynst (1723-1791) werd met het nieuwe linieschip de 'Vrijheid', voerende 74 stukken, naar de Rede van Vlis- singen gestuurd. Er dreigde een conflict tus sen de Republiek der Zeven Provinciën en het keizerrijk Oostenrijk, dat de Zuidelijke Nederlanden in bezit had en de openstelling van de Schelde met scheepvaart op Antwer pen eiste. De belangen van de Amsterdamse bestuurders, die een dikke vinger in de admi raliteitspap hadden, waren tegengesteld. Nadat de republiek een verbond sloot met Frankrijk is de zaak met een sisser afgelo pen en bleef de Schelde dicht. Door een voor de republiek onvoordelige vrede, die in mei 1784 met Engeland werd gesloten, verslechterden de verhoudingen tussen de stadhouder en de provinciën ver der. Zelfs de viering van zijn verjaardag en die van zijn vrouw werden in Amsterdam ver boden. Van Braaks werk in de turbulente tijd is weinig bekend. Mogelijk verbleef hij 'aan de wal', evenals veel andere officieren en varensgasten, die voor de admiraliteiten overcompleet waren. In 1786 werd het oude familiebezit, Braken- stein, verkocht aan Leendert den Berger (Enkhuizen 1743-Brakenstein 1802). In 1744 was de vader van deze waterstaatkundige, Matthijs den Berger (Ca. 1735-De Schans 1763), als commies op het fort De Schans gekomen en als weduwnaar getrouwd met Nanna Pietersd. Braak (Ca 1735-1763), een zuster van Adriaans moeder, Anna Pietersd. Braak. Die verhuisde naar Alkmaar. De politieke kleur van Leendert den Berger was tegenovergesteld aan die van Adriaan Braak. Leendert bleef tot het einde van zijn dagen fel Oranjegezind. Dat -en zijn grote deskundigheid- heeft hem geen windeieren gelegd. De revolutie tegen de stadhouder Willem V brak uit. Hij vertrok uit Den Haag naar Het Loo en vervolgens naar Nijmegen. Zijn vrouw, Wilhelmina van Pruissen, werd 28 juni 1787 op haar terugtocht naar Den Haag bij de Goejanverwelle-sluis tegengehouden. Na deze belediging vroeg zij haar broer, de koning van Pruissen, om militaire hulp en die stuurde een groot leger. De Engelse gezant en huisvriend, James Harris (1746-1820) 5

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2000 | | pagina 7