Jan Meyer, een vrijgezel uit de P.H.-polder, had een bruid gevonden in de polder Het
Noorden. Op de trouwdag reed een buurman ze met de tentwagen naar het Raadhuis.
De buurman hoorde op een gegeven moment de bruidegom zachtjes tegen de bruid
zeggen: 'Sèèg-ers een soet woordje', waarop de bruid sprak: 'Stroop!' (Tja, niet ieder
een heeft gevoel voor romantiek!)
Bij Freek Dijksen werkte Piet, die bijzonder traag was. Hij kwam bijna dagelijks te laat
op z'n werk. 'Je bent weer laat, kei-je nou niet-ers op tiêd komme?' zei Freek op een
keer, waarop Piet zei: 'As ik sléép ken ik niet komme.
Niet alle anekdotes komen uit een min of meer ver verleden. De volgende is tamelijk
recent. Er was brand in het Chinese restaurant op de Groeneplaats. Po Sian, de eige
naar, kwam verschrikt aanlopen en passeerde Frans Pieterse, die stond te kijken.
Deze zei terloops: "t Is al een poossie an, Po Sian!'
Dat was het weer voor deze keer. Wij, de leden van de dialectgroep houden ons
aanbevolen voor uw inbreng. Tesselse humor moeten we in ere houden, nietwaar?
G.E. Dros
ik ken het nooit jonger doên.'
28