zijn zuster in de plaatselijke herberg van Ruurlo, waar het hem zo goed beviel dat hij nog wel weken wilde blijven. Waar hij in au gustus 1873 uithing, heb ik uit de bronnen niet kunnen opmaken. Er is alleen een brief uit 1876 gericht aan Carel Vosmaer, redac teur van 'de Kunstkronyk' waarin Roelofs schrijft: 'Ik bezocht Texel, Vlieland en Ter schelling voor enige jaren en keerde later nog naar Texel terug'. Met 'voor enige jaren' wordt ongetwijfeld het studiereisje bedoeld dat Roe lofs in mei/juni 1872 maakte samen met de insectenkundige C. Ritsema, conservator van het Natuurhistorisch Museum Leiden. De zin snede dat hij 'later terugkeerde naar Texel' kan slaan op zijn tweede bezoek kort daarna, maar ook en net zo goed op een bezoek in 1873. In elk geval zou dit laatste niet verwon deren, gezien het enthousiasme waarmee hij een jaar eerder twee keer naar Texel kwam. Het schilderij van Roelofs ademt de sfeer van een zoele zomernamiddag. Daar was hij goed in: het weergeven van de stemming en atmosfeer van het landschap. Hoewel voor stander van een vrije compositie en een per soonlijke interpretatie, schilderde hij altijd op basis van de werkelijkheid en na nauwkeuri ge bestudering van details. In zijn opvatting moest je uit de buitenstudie zoveel mogelijk halen wat er in zat. Je mag dus denken dat hij er niet lichtvaardig mee zal zijn omge sprongen, en dat hij met zijn schetsen en de latere uitwerking geprobeerd heeft een zo natuurgetrouw mogelijke impressie te geven van wat er die dag viel waar te nemen. In de bibliotheek heb ik nog even de dagboe ken van ds. J. Huizinga nagebladerd. Op woensdag 27 augustus 1873 noteert hij in derdaad dat het 'een zeer schoone dag' was. In augustus heb je natuurlijk vaker zeer schoone dagen, dus echt bewijzen doet het niks. Aan de andere kant: het spreekt ook niet tegen. Aanwijzingen die erop duiden dat Roelofs in augustus '73 ergens anders dan op Texel was, heb ik in het boek van De Bodt niet gevonden. Je zou er het volledige werk van Roelofs op moeten nazoeken, inclusief bewaard gebleven brieven, verslagen en arti kelen. Misschien dat daar ooit iets uitkomt, wie weet, maar vooralsnog vormen de con clusies van De Jager een sterke bewering. Zonder tegenbewijs hou ik het er maar op, met voorzichtige stelligheid, dat Roelofs eind augustus 1873 zijn schetsen voor het doek heeft gemaakt. Een schoone dag, half tot zwaar bewolkt. Tot zover alles in orde zou je denken, maar navraag bij de klimatologische dienst van het KNMI levert een onverwachte en bedenkelijke tegenspraak op. Beide data die uit De Jagers' berekeningen naar voren komen, zijn in de archieven voor ons nagezocht op waarne- mingsgegevens van het station Den Helder. Volgens deze gegevens blijkt het op 27 au gustus 1873 weliswaar droog te zijn geweest (met een temperatuur van 18 tot 20 graden, wind zuidwest) maar intussen is het wel half tot zwaar bewolkt, dus bepaald minder fraai dan je je voorstelt bij Huizinga's notitie over 'een zeer schoone dag'. Het weertype wijst op de invloed van een depressie met een daarbij behorend front, en inderdaad wordt op de 28ste in de middag 3,8 mm regen gemeten. Los van de vraag of Roelofs toen al dan niet op Texel verbleef, zitten we hier opgescheept met een lelijke tegenspraak tussen twee op het oog betrouwbare bronnen. Misschien ver gist Huizinga zich. Bijvoorbeeld omdat hij zijn dagboek niet diezelfde dag, maar wegens beslommeringen later heeft bijgewerkt. Het zou kunnen, maar ik heb de neiging de domi nee hier op zijn woord geloven. Niet uit ge woonte, maar omdat hij in zijn dagboek over die 27ste een aantal opmerkelijke dingen no teert, die zich allemaal buitenshuis afspelen. Hij bezoekt een begrafenis, er is die dag een tentoonstelling van vee, in de middag een harddraverij waar hij allerlei mensen spreekt. Dat hij zich daarbij in de weersgesteldheid zou vergissen, lijkt minder waarschijnlijk. Aan de andere kant staan de feitelijke meting en van het KNMI, waarvan je mag aannemen dat ze kloppen. En grote klimatologische ver schillen tussen Den Helder en Texel zijn niet te verwachten, daarvoor is de afstand te klein Hoewel, prachtig weer op Texel en regen aan de overkant, het komt nogal eens voor, toch? Desgevraagd wordt me dat door buurman en weerkenner Dirk Vinke bevestigd. Volgens hem kan Het Marsdiep inderdaad een grens 15

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2000 | | pagina 17