Voor we dit volgen eerst nog een staaltje van
de ridderlijkheid van onze kaperkapitein. On
der zijn gevangenen bevond zich de (over
wonnen) gezagvoerder van de 'Serapis'. In
de strijd met Jones had hij een arm verloren,
maar bleef desondanks op zijn post. Vanwe
ge zijn dapperheid gaf Jones zijn tegenstan
der, kapitein Pearson, zijn zwaard terug en
stuurde hem met een onbekend aantal van
zijn invalide geworden manschappen, via
neutrale weg, terug naar Engeland. Jones
schrijft later uit particuliere bron te hebben
vernomen dat zijn dappere tegenstander door
de koning was ontvangen en in de ridder
stand was verheven. Overigens liet Jones
niet na dit staaltje van zijn eigen ridderlijkheid
aan de Koning van Frankrijk door te geven.
Terug nu naar de aftocht van Jones. Hierover
is een boek te vullen maar laat ik het zo kort
mogelijk houden. Dankzij een gunstige wind
lukte het Jones het Marsdiep te passeren.
Zijn kwelgeest, Reynst, kon als neutrale zee
officier niets anders doen dan de Engelse
opperbevelhebber, admiraal Rodney, waar
schuwen dat de jacht geopend was. Jones
begreep dit natuurlijk donders goed en hij
hield aan op een gevaarlijke koers dicht on
der de Vlaamse kust. Hier durfden de Engel
se schepen hem niet te volgen, maar geen
nood, zijn einddoel was bekend. Duinkerken
werd derhalve gebarricadeerd door de Engel
se Kanaalvloot. Geen enkele kans voor de
Amerikaanse kaper, maar die had zijn plan
nen al lang gewijzigd. Kort voor de Franse
kust zwenkte het eskader van Jones west
waarts, om zo, pal onder de Engelse krijtrot
sen de oceaan op te varen. Een zwerftocht
was begonnen en eindigde op 16 januari
1780 in de Spaanse haven La Coruna. Een
haven in een bevriend land zoals we weten
en Jones kreeg volop gelegenheid zijn sche
pen op te kalefateren en zijn voorraden aan
te vullen. Aldus uitgerust waagde Jones de
terugtocht naar Frankrijk. Onderweg werd het
eskader door storm uit elkaar geslagen.
Weer liepen de schepen zware averij op,
maar de opzet gelukte. Zelfs op een gedenk
waardige wijze. Op 10 februari bereikte Jo
nes met zijn schepen de Franse haven l'Ori-
ënt aan de zuidkust van Bretagne en op pre
cies dezelfde dag arriveerde zijn zoekgeraak
te prijsschip "Countess of Scarborough" in
Duinkerken.
Eindelijk kon de buit verkocht worden en het
losgeld voor de gevangenen geïnd. Via het
Franse Ministerie van Marine diende dit te
gebeuren en de minister wees een agent aan
die een openbare verkoping moest regelen.
Toen gebeurde er iets dat wel meer voorkomt
bij louche praktijken, de dief werd bestolen,
de kaper beroofd. Jones kreeg zoals we dat
plegen te noemen koek van eigen deeg. De
opzet van de agent mislukte echter, Jones
was te gehaaid om zich te laten bedotten en
bracht de zaak voor het gerecht. Hij moest er
hard voor knokken om de zaak terug te draai
en, te meer omdat de betrokken minister, Sar-
tine, niet wilde meewerken. (Misschien mede
in het complot?)
Het was tenslotte de ijverige Benjamin Frank-
lin die uitkomst bracht. Hij introduceerde Jo
nes bij Zijne Majesteit Lodewijk XVI en die
was de dappere avonturier allesbehalve ver
geten. Via de kapitein van de lijfwacht van
Zijne Majesteit kwam het zelfs tot een per
soonlijke ontmoeting met de vorst. Het bete
kende het einde van alle sores. Hij ontving als
onderscheiding een gouden zwaard met in
scriptie en ingelegde koninklijke kleuren,
voorts een aanbeveling van de vorst voor het
Congres om Jones een hoge militaire onder
scheiding te verlenen. Tenslotte de protectie
van de Koning bij het afhandelen van zijn za
ken. Evenals in Den Haag en Amsterdam
werd Jones tijdens bezoek aan opera en the
ater door het publiek toegejuicht en dat zal de
kaperkapitein goed hebben gedaan. Naast
alle lovende woorden van zijn biografen wordt
wel eens opgemerkt dat zijn ijdelheid net zo
groot was als zijn moed.
Hoe het ook zij, Jones kreeg zijn aandeel in
de buit De minister van marine behandelde
hem nadien uiterst respectvol volgens Jones'
eigen woorden en zijn schip "Alliance" werd
zodanig opgeknapt dat ze geroemd werd als
één van de beste fregatten in het Europa van
haar tijd.Want Jones bleef in de Europese
wateren actief voor de Amerikaanse marine.
"Hij doet zovele heldendaan, tot welstand van
zijn vriendje" zingen we vandaag de dag nog.
En zo bleef het tot 1783.
10