WIJZIGING SLUITINGSUUR De tappers en herbergiers van Den Burg en Oudeschild ondervonden veel nadeel van de verordening, die in 1788 door de schout van Texel was gemaakt. In 1787 waren er relle tjes veroorzaakt door Oranjegezinden tegen de aanhangers van patriottisme. Rust op het eiland was voor allen belangrijk en voor kwam militair ingrijpen door de provinciale overheid. De schout had bepaald dat na 's avonds negen uur -als op het eiland militairen in gar nizoen lagen- het tappen was verboden. Daarvoor bestond het oude en constante gebruik dat bij gelegenheid van een huwelijk door de bruid en bruidegom aan de jongelui een vrolijke avond werd bezorgd. Zij gaven als geschenk in een herberg een vat best bier. Daarbij werd de feestvreugde verhoogd door een vioolspeler, die het gezang en de dans begeleidde Dan werden vrij veel con sumpties, zowel van spijs en drank, geno ten. De vorige schout had een dergelijke feest avond niet alleen nooit willen toestaan, maar die zelfs dadelijk uitdrukkelijk verboden. De uitbaters voelden zich in hun bestaan be dreigd, mede omdat zij jaarlijks hoge lasten moesten opbrengen. Een ander in hun ogen sterk argument was de vermindering van de inkomsten voor de overheid door het gemis van accijnzen. Zelfs de kerk- en armenkas sen hadden een vermindering van baten ondergaan. De Gereformeerde Kerk van Den Burg, waaronder ook Oudeschild ressorteerde, had sinds 1752 een octrooi of vastgelegd recht, dat in 1782 nog werd vernieuwd, om van iedere stoop, inhoudende 2,5 liter wijn, brandewijn of gedistilleerd water, een stuiver te ontvangen. Van een vat bier dat op Texel gebrouwen werd, kreeg zij 10 stuivers en van ingevoerd bier 30 stuivers. De inning daarvan was een taak van de hoofdgaarder, die voor incasso 5% genoot. Vier horecaondernemers hadden lang over deze zaak nagedacht en in maart 1794 be sloten een goed verzorgd verzoekschrift naar schout en schepenen te sturen. Zij vroegen het oude gebruik bij een trouwerij opnieuw toe te staan en voortaan na 's avonds negen uur weer aan iedereen te mo gen tappen. Dat zij de gewenste verlengde openstelling niet in hun verzoekschrift exact met een sluitingsuur vermeldden, was niet van belang, want op 4 april 1794 kregen zij zonder meer een afwijzend bericht. De teleurgestelde ondernemers waren: Meindert Harmsz Weseman (1764- 1813), kastelein in 'De Zwaan'; Cornelis Jonker, een niet-Texelse huurder van 'De Keizerskroon, Gra venstraat 33 in Den Burg. De eige naren van de herberg waren de erf genamen van Nanning Jansz Kik kert (1745-1791). De naam werd veranderd in 'De Vergulde Kikkert' nadat de op Texel beslist niet getap te keizer Napoleon Bonaparte van het wereldtoneel was verdwenen; Frans Philippus (Hulst 1750-1837) had zijn bedrijf in 'De Zeven Provinci ën' te Oudeschild, de Ruyterstraat 60; Gerrit Tiemans (Munsterland 1737- 1804) noemde zijn zaak 'Het Mori- aanshoofd' en die stond aan de Ruyterstraat [57]. Het gebouw werd naderhand als bejaardenhuis ge bruikt en in 1830 bewoond door 16 mensen in de leeftijd van 64 tot 85 jaar. Cor Reij Bron: ORA 6816 fol. 90, in het Worsteltent- archief no. 520. GAT 4, etc. 22

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1999 | | pagina 24