11 aan de waagmeester Klaas Hendriks Pla-
vier (1752-1808), die daar kwam wonen met
zijn vrouw Martje Pietersd. Zaadman. In
1808 bleef Martje met vijf kinderen achter,
maar de jongste was al 13 jaar. De functie
van haar man nam zij over en in 1828 werd
zij nog als (vis)waagvrouw vermeld.
In het dorp Oudeschild woonde de loods
Cornelis Jansz Latjes (1742-BG 1809), die
sinds 1781 weduwnaar van Maartje Fransd
Gorter was. Hij was geen huiseigenaar en
kan als huurder 'om de West' in een van de
i kleine huisjes bij de Ruyterstraat [132] heb
ben gewoond. Cornelis had twee zonen
thuis, de matroos Jan Latjes (1769-op zee
1799) bleef ongehuwd en Frans Latjes
(1780-ca 1812), die ook zeeman was, trouw
de in 1803.
Trijntje Jansd Latjes (1751-) kwam als we-
duw van Jan Cornelisz Dijker (Spang 1751-
1789) bij haar broer na 1789 inwonen, waar
bij zij haar twee kinderen, de 7-jarige Corne
lis Dijker en de 4-jarige Isle Dijker, mee
bracht. Zij had met haar man, die vermoede
lijk boerenknecht is geweest, op allerlei
adressen op het eiland gewoond. De plaat
sen Oudeschild, Den Burg, Oosterend en
nogmaals Oudeschild werden vermeld. Jan
Dijker was op De Kamp gestorven. Cornelis
Latjes, die in het bezit was van een acte voor
de verkoop van koffie en thee, stuurde in
1794, samen met zijn zuster, een verzoek
schrift naar de Texelse schout en schepenen
om die vergunning aan haar te mogen over
dragen, waarmee zij in het onderhoud van
haar en haar kinderen kon voorzien. Deze
overdracht werd toegestaan bij 'actum ten
Raadhuijse van Texel, den 1 Meij 1794.' Hoe
lang Trijntje de Oudeschilders van koffie en
thee heeft voorzien is onbekend. Vermoede
lijk heeft zij met haar kinderen Texel verla
ten, maar de registratie van de vertrokken
personen liet toen veel te wensen over.
Cor Reij
Bronnen: ORA 6816 fol. 90 en 90v. (in het
Worsteltent-archief no. 522)
13
Binnenburg eind 19e eeuw (foto verz. Nan Huijsman)