HARDVOCHTIGE
BESTUURDERS
Jan Dijksen (KG 1739-KG 1788), een katho
lieke zoon van Cornelis Simonsz Veeger en
Maartje Jansd Dijksen, had zijn achternaam
van zijn moeder meegekregen. Van zijn va
der, die in 1757 overleed, erfde hij niets. Dat
was in De Koog niet zo verwonderlijk. De
Haagse kunstschilder Pieter van Cuijck
(1720-1787), die in die tijd dit dorp bezocht,
schetste dit letterlijk en figuurlijk:
Het was de katholieke kerk die was afgebro
ken. De Nederlands Hervormde Kerk was in
1719 gebouwd. De katholieken kregen een
eenvoudige bijkerk, waarin 1808 maar 69
mensen uit het dorp en wijde omgeving
kerkten. Daarom werd die in 1811 gesloopt.
Van de door hem genoemde visserij kwam
weinig terecht. Veehouderij en strandvonde
rij moesten voor het karige bestaan zorgen
Jarenlang kon De Koog de belastingen op
land en huizen niet opbrengen en over de
jaren 1752 tot 1777 werd zelfs kwijtschel
ding verleend. Jan Dijksen trouwde in 1776
met de veel jongere Martje Jacobsd Koorn
(1752-) die van Den Burg kwam. Zij kregen
in De Koog vijf kinderen. Een tweeling over
leed in 1782. Het waren nog kraamkinderen.
Alleen de jongste dochter groeide op. Deze
Maria Dijksen van 1786 heeft haar vader
nauwelijks gekend, omdat die in 1788 over
leed. Hij werd Pro Deo op het kerkhof van
De Koog begraven. Voor huisvesting kon de
weduwe een beroep doen op de voogden
van de Armenkamers. Sinds 1555 waren
daar Heilige Geest-kamers, waarvoor Cor
nelis Thijmens en Marijke Alberts een funda
tie hadden gemaakt. Die kamers stonden
aan de oostzijde van het dorp. De kans op
werk was voor Martje zeer gering, mede om
dat er een overschot aan vrouwen was. Voor
haar en haar dochter kon zij voor levenson
derhoud een bijdrage vragen uit de Armen
kas van de katholieke kerk in Den Burg.
Door 'schapendieverij' werd het jaar 1796
een rampjaar voor haar en haar kind. Sinds
augustus 1795 werden op Texel herhaalde
lijk schapen gestolen. Het werd beschouwd
als een zwaar misdrijf en toen in korte tijd
vijf dieren vermist bleven, werd aangeplakt
dat bij opsporing van de dader(s) 100,-
beloning werd gegeven. De waarde van een
schaap was tien gulden en daardoor werd
met veel ijver naar de misdadigers gezocht.
De dienaren van Justitie gingen zelfs 's
nachts op pad en ook franse militairen, die
in De Schans waren gelegerd, werden verd
acht en hun bootje werd uit de gracht geno
men.
'Thans naderen wij het arme dorpje De
Koog. Dit ligt midden in het zand, is onbe
straat en zonder boom of heester, behalve
een brandnetelstruik. Het heeft thans niets
aanmerkelijks. De huizen zijn klein en gering
en hebben meest alle maar één venstertje.
Somstijds waait het hier zo geweldig en de
grond is zo los, dat de groenten, die de pre
dikant op de eene plaats in zijn tuin zaait op
de andere plaats opkomen. Onlangs hebben
enige lieden hier wederom vier of vijf vis-
scheepjes aan gelegd, waarmede veel en
zeer lekkere vis, vooral tong, gevangen
wordt. Die wordt naar Den Burg gebracht en
aldaar op de afslag verkocht. Indien deze
onderneming wél opneemt kan deze de in
woners mogelijk wederom een middel van
bestaan geven. Het dorpje heeft zich uitge
strekt tot de oude kerk, die nu is afgebroken.
Het kerkhof is slechts klein geweest. Ik heb
het dorp vanaf die zijde getekend De tegen
woordige kerk heeft een houten torentje en
is naar mate van het dorp groot genoeg.
9