taat:"in de 16e eeuw waren alleen de aange
sloten weiden in Noord-Elmerburen nog be
kend als "Monnikenlanden" terwijl de belas
ting met "abtskoren" van een aantal huizen te
Den Burg eraan herinnerde dat Ludingakerk
hier hofsteden/eens land bezat"); p.55, 57
"de hofsteden die voer die Borch legghen",
de "homannen" (3x op p.62) de dijkdoorbraak
van 1509 (87,89,102), het begrazen van de
duinen (97, 112), noot 36 en 136 in hoofdstuk
II etc. Daaraan merk je dat de auteur zelf zijn
tekst nog niet af had en dat de redactie die
misschien wat teveel heeft gerespecteerd.
ANDERE BEDENKINGEN
Naast een aantal moderne computerafbre
kingen zoals lo-slopend (98) en voortk-roop
(111) zijn er een aantal duidelijke tikfouten
die afbreuk doen aan de fraaie afwerking.
Een selectie: Oosterend 58,4 Ha. in plaats
van 584 Ha. (116); in tabel 1 staat 150 i.p.v.
1504 (122), een duidelijke is opgeno
men (162 n.97) zoals ook het werkwoord on
deraan p. 81 links is weggevallen; zie ook
klooostergoed (50) en aanzienliijk (30); zoals
ook een aantal minder juiste formuleringen
zijn te constateren (de kleinste helft, 54; stop
pelweiden WAS ook op Texel, 43; 81: een
aantal Texelse getuigen...; weggevallen:
"verklaren"). Daarnaast kent de tekst een
aantal echte onjuistheden die Schoorl er later
ongetwijfeld uitgehaald zou hebben. Op p. 27
bv. zeilt een schipper uit 1388 het Marsdiep
binnen met gegevens uit de 16e eeuw; Dirk
Zaal karteert p. 28 in 1549, op p. 29 en 100
echter omstreek 1580; op p. 96 worden dijk-
restanten uit 1532 door Metius reeds opge
nomen in 1527. De dochters van Stans
Claesz verschillen in II p. 168 n. 250 van die
vermeld in III p. 170 n.27: de Trijn van p 168
kan zijn vrouw, zijn maar ook zijn dochter;
alleen worden er dan voor drie dochters 4
namen genoemd: Trijn dus, Brecht, Mechteld
en Margriet. (Overigens: is Stans Claesz wel
een "Banning" zoals Schoorl wil? Volgens
Elias, 'De Vroedschap van Amsterdam', is
dat onjuist, zie daarin de pp. 39 w, 269 w;
wel trouwt zijn dochter Trijn met Jan Benning
Gerritsz. De fout wordt overigens vaker ge
maakt; en wat is de bron van de naam van
zijn huis "Valkenburg"? Dat kan niét GRK
Domeinen no. 1172 uit 1545 zijn). Noot 3
waarnaar wordt verwezen op p. 171 n. 52 is
in alle 3 hoofdstukken met de gemelde in
houd onvindbaar. Overigens, zomin als bij de
andere geconstateerde gebreken is dit geen
volledige opsomming. Het is alleen jammer
dat dit soort overbodige slordigheden de
tekst ontsieren.
DE ILLUSTRATIES
Tenslotte valt ook onder de formele kant van
het boek - hoewel je daarover kunt twisten -
de combinatie van tekst en afbeeldingen. Als
gezegd, het boek is zeer verzorgd uitgege
ven. Voor de illustraties is deels een fraaie
steenrode steunkleur gekozen. Echter, deze
hebben vaak niet te maken met de tekst te
midden waarvan ze zijn afgedrukt. Ook daar
van slechts enkele voorbeelden: De Waal uit
de 18e eeuw in een tekst over de 13e eeuw
(38); het kerkje van Oosterend uit 1659 (43),
het kerkje van De Koog uit 1667 (83), de be
tonning van het Vlie uit 1580 in een tekst
over ca.1514 (100) en daarmee vergelijkbaar
de Waddenzee ca. 1585 (104-06) in een
tekst over de economische situatie van 1543-
1558, de kop van Hendrik VIII (97)-die des
noods op p. 27 of 85 had gekund- enz.
Overigens komt deze manier van illustreren
ook in ander werk van Schoorl wel voor; zie
daarvoor bv. het artikel dat hij samen met
Obermann schreef in het tijdschrift Holland
jrg. 13 no. 1 over het bezoek van koning
Edward IV aan Texel in 1470. Ook had de
verantwoording van de illustraties zoals ge
geven op p.187 vollediger kunnen zijn. Mijns
inziens zou bij de schetsen c.q. reconstruc
ties van Schoorl zeker vermeld dienen te
worden waaraan de auteur zijn basisontwer
pen ontleende. Zo wordt flink gebruik ge
maakt van het boek 'Veldnamen' van Jac-
ques Schraag uit 1990 (p.50, 53, 63), terwijl
dat werk alleen als literatuur wordt vermeld
(180); de gravure van het Eierlandse Huis
komt niet van V.d. Vlis maar is gemaakt door
V. Groningen; evenmin stamt het reeds ge
noemde kerkje van Oosterend uit 1659 van
V.d. Vlis, maar uit het handschrift van An-
dries Schoenmaker in de Koninklijke Biblio
theek in Den Haag; het kaartje uit 1792 komt
volgens de verantwoording uit de Provinciale
Atlas, volgens V.d. Vlis, die het afdrukt in zijn
tLand van Texsel p.42 is het een tekening
9