OPZET DE TEKST 8 Dr. Henk Schoorl, geboren 1 febr. 1920 te Den Helder, overleden 10 dec. 1997 te Hillegom. Foto genomen tij dens de presentatie -nov. 1988- van 'Kustgenese...Kust genezen', zevende uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche. In deze publi catie ontvouwt en beredeneert Schoorl zijn ideeën om door middel van dam tussen Den Helder en de Zuiderhaaks de Noordhollandse kust langdu rig tegen erosie te bescher men. literatuuroverzichten (p. 174-182) en tenslotte een personen- en zakenregister en een ver antwoording van de illustraties. De tekst zelf is verdeeld in 3 hoofdstukken: I. Het westelijk waddengebied, reconstructies tot ca. 1550; II. Hoofdstukken uit de middeleeuwse ge schiedenis van Texel; III. Texel in de eerste helft van de 16e eeuw. Aangezien de specialisatie van Schoorl, de historische geografie, niet mijn vak is, beperk ik mijn bespreking van dit boek tot de hoofd stukken II en III. Deze handelen over Texel in de Middeleeuwen en de vroeg-moderne tijd. Daar weet ik wèl wat van aangezien ik alle belangrijke door Schoorl benutte bronnen ook voor mijn eigen onderzoek heb doorge werkt. Voor diegenen die het boek van Schoorl reeds hebben gelezen of dat nog gaan doen noem ik: ARA 754E, het Kapittel van Sinte Marie op het Hof, Beroepen uit Hol land Mechelen 318, Staten van Holland voor 1572 (de 10e penning van 1542 e.a.) en de collectie Huydekoper. Overigens citeert Schoorl dit laatste archief naar een inventari- sarie uit 1963, terwijl reeds in 1987 een ge heel nieuwe inventaris is verschenen van M S. Polak. Daarin heeft Schoorls CH 451 nu het nummer 321. Helemaal onvindbaar is ARA HvH nr.27, schoutsrekening Jan van Dorp 1537-1543 fol.7 waarnaar wordt verwe zen in noot 252 op p.168. Vervolgens de tekst zelf zoals die hier wordt aangeboden. Uit het feit dat hierboven al het woord "redactie' viel hebt u, voor zover u dat nog niet wist, kunnen begrijpen, dat wat hier wordt geboden, niet zonder meer het werk van Schoorl zelf is. En dat levert dan meteen het eerste knelpunt op. Schoorl heeft de pu blicatie van wat zijn levenswerk wordt ge noemd jarenlang voor zich uitgeschoven. Hij liet bij zijn onverwacht overlijden in december 1997 een grote hoeveelheid notities na. Daarbij waren voltooide en onvolledige aan tekeningen, schetsen, hoofdstukken etc. Het is de bijzondere verdienste van J.T. Bremer en H.T.M. Lambooy dat ze uit deze bijna oe verloze hoeveelheid papier een hanteerbaar schema en een zeer leesbaar geheel hebben geschapen. Daarin ligt echter tegelijk de be perking die deze redactie zichzelf heeft opge legd: proberen zoveel mogelijk Schoorls ei gen tekst voor het voetlicht te brengen. Als uitgangspunt is dat ongetwijfeld juist. Maar aangezien Schoorl zelf over die tekst niet meer de eindredactie heeft kunnen voeren, is hij blijven staan zoals hij werd gevonden. En dat wil dan bv. ook zeggen: met zeer vele herhalingen, die het hele boek door, zowel in de tekst als in de noten voorkomen. Voor beelden -ik zet de nummers van de pagina's tussen haakjes-: het verzanden van het Ane- gat (27, 29, 30), Den Burg als centrum van Jan van Beaumont (48, 57, 60), de Monni kenlanden (50, 52, letterlijk hetzelfde: ci-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1999 | | pagina 10