V 6 de arteria cartis extema: die geweldig spatte, lopende verder na de neus, buijgende met een driehoek nederwaarts na de hoek van de mond, de bovenlip en onderlip circa een duijm nederwaarts doorboord met questing in de bovenlip van gemelde ateria carotis. Waarmede zij, deposanten, haare gegeeve- ne verklaringen zijn eindigende, geevende voor redenen van weetenschap; een ijder zijn gedepos, de in persoon te hebben gehoort, gezien, bijgewoont en ondervonden, voorst als in den text en zijnde bereijd, is het noodz- nader met een solemneele eede hetselve te affirmeeren. Aldus gedaen en gepasseert ten huijze van voornoemde castelijn aan Oosterend in pre sentie van de Ed. Hendrik Jansz. Rosendaal en Anthonij Dalmeijer, als speciale verzogte getuijgen. O o> fci'h. - (rf-tCÏl) Cc A *Notaris van Dam heeft vanaf 1751 tot zijn overlijden in 1780 zijn nuttig werk in Den Burg gedaan. Hij moest voor dit geval op pad. Waarschijnlijk heeft hij -evenals zijn opvolger- zijn kantoor gehad in de Wever straat nummer [37] waar nu de kapsalon van Henk Prins is. *Dirk Jacobsz Stark (Od 1741-) was een zoon van een kaagschipper en woonde in de Kerkstraat. Dirk trouwde in 1763 met Maartje Gerrits en zij verlieten Oosterend. 'Willem Jansz de Leeuw (Nieuweschild 1741-Ns 1783), de zoon van een 'binnenvaar der, trouwde in 1770 met Dirkje Gerrits (Ca. 1742-Od 1798). In 1785 hertrouwde Dirkje met de zeeman Klaas Jacobsz Bakker (Ns 1745-Od 1811), het slachtoffer van de woes te daad van Jan Koppen. 'Gerrit Jansz Kuijper (Od 1744-Ns 1811), die bij zijn ouders in de Oesterstraat woonde, werd ook zeeman. In 1772 werd Jantje Sa- komsd Dogger (1742-Ns 1786) zijn vrouw. Zij was de weduwe van Pieter Jansz de Leeuw. In 1789 hertrouwde Gerrit met Trijn tje Lambertsd Kikkert (Bg 1743-Ns 1811). 'Antje Cornelis Mulder (1710-Od 1779) was in 1734 getrouwd met Anthony Jansz Dalme ijer (1709-Od 1795). Hij tapte al in 1742 wijn en bier, maar had in 1750 bovendien een schoenmakerij. Opvallend was dat deze kas telein niet genoemd werd toen in zijn zaak de rust werd verstoord. Veertien dagen later tekende hij slechts als getuige de acte. De naam van zijn bedrijf, die gestaan kan heb ben in de Koetebuurt of de Wierstraat, bleef ongenoemd. Het café is niet door de familie voortgezet. Hun oudste zoon Cornelis Dal meijer (Od 1735-Ns 1799) werd comman deur, die tot 1771 voor een Zaanse rederij op Straat Davis voer. Daarna maakte hij nog een reis als stuurman naar Groenland en was in 1784 loods. 'Jan Hendriksz Rosendaal (Bg 1707-Od 1782), die getrouwd was met Antje Mein- dertsd Visser (Ca 1710-Od 1764), woonde als chirurgijn al dicht bij het café in Ooster end. Door zijn opvliegende karakter had hij soms problemen. Uit zijn verklaring bleek hij zijn vak te verstaan. 'Jacob Klaasz Bakker (Ca 1710-Ns 1778)

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1999 | | pagina 8