gaten in de muren voor het daglicht en een depressieve onderwijzer, die de 28 leerling en "flaauw en valsch" leert zingen. In 1841 is daar het leerlingental gezakt tot 20, terwijl er in De Cocksdorp dan al 70 zijn bij de ene bekwame onderwijzer van de 2e rang Brou wer. De Koog, De Waal en Oost vallen dus door de mand. Geen wonder dat veel kinderen, zodra ze een beetje kunnen lezen en schrij ven van school gaan. Hun vertrek had echter ook gevolgen voor het inkomen van hun, al dan niet depressie ve, onderwijzers. Die ontvingen namelijk op 4e rangs schooltjes slechts de helft van het 2e-rangs Den Burg, en van iedere leerling kregen ze ook nog minder schoolgeld, terwijl lagere klassen dan ook nog weer goedkoper zijn dan hogere. Zo was de situatie voor wat betreft salarissen en schoolgeld in 1801 als volgt voor een 2e en 4e rangs school: Plaats: Tarief: Leerlingtal: Inkomen: Lezen Schr. Rek. Den Burg 1,20 1,60 2,40 80 ca.1450,- De Waal 0,50 1,20 25 ca. 255 - Daar komen dan nog bij de bijverdiensten als koster, voorzanger e.d. De onderwijzer van De Koog komt zelfs in 1835 nog maar op 210 gulden per jaar. En dat voor een ge zin met 3 kinderen! Een landarbeider had toen ongeveer hetzelfde loon. Het duurt tot 1861 voor de schoolgeldregeling er voor zorgt dat ook de armere onderwijzers wat beter gaan verdienen. Het onderstaand over zicht van het vaste jaarsalaris van een hoofdonderwijzer laat dat duidelijk zien (daar kwamen dus schoolgelden en dergelijke nog bij): 1801 1835 1860 1875 1887 Den Burg f.150 f.650 f,730 f.850 f.1000 Oudeschild f.105 f.650 f.620 f.675 f. 800 De Waal f. 75 f.340 f.400 f.550 f. 750 Oosterend f. 118 f.400 f.500 f.600 f. 800 Oost f. 80 f.300 f.500 f.600 f. 800 Den Hoorn f.150 f.400 f.500 f.550 f. 800 De Koog f.120 f.210 f.400 f.550 f. 750 De Cocksdorp f. 525 f.600 f. 800 Zd. Eierland f.400 f.550 f. 750 Mid.Eierland f.800 En die aantallen kinderen dan? Als gezegd, op de scholen zaten voorname lijk jongere kinderen. En lang niet iedereen ging naar school; in 1801 bij voorbeeld was dat slechts 60%. Maar het aantal school gaanders stijgt wel. Aan het eind van de 19e eeuw blijft nog slechts 3% thuis. Daaraan maakt ook de leerplichtwet van 1900 een einde. Althans op papier, want de absentie blijft. Naast afwezigheid door ziekte zijn het vooral de oudere leerlingen die thuis tussen maart en november meehelpen. Zo zit bij het inspectiebezoek in 1849 31% thuis, in De Cocksdorp zelfs 57%. (In Den Burg op het deftige franse schooltje echter zijn ze alle maal aanwezig.) Sommige kinderen verzui men nog in 1859 meer dan 100 keer per jaar. Daarin speelt wellicht mee, dat ook de catechisatie onder schooltijd wordt gege ven.... Toch willen ook de ouders -die hun kinderen thuis laten helpen!- dat alle schooltjes blijven bestaan (zoals dat in 1999 nog steeds het geval is). Zo is het aan de ouders van Oost te danken dat de school daar blijft draaien. De eerste maal komen ze daarvoor in actie in 1837; op hun verzoek wordt meester Ver- berne nog op zijn 65e daar benoemd waarna hij er nog 8 jaar blijft. Opnieuw in 1879 ko men de ouders in het geweer en met succes, de school blijft. Ook in Oudeschild roeren de ouders zich als in 1865 meester Zwaai zo weinig medewer king van de gemeente Texel krijgt dat hij dreigt weg te gaan. Helaas voor hen gaat hij toch in 1857 naar Terschelling. Overigens stellen de ouders kennelijk geen eisen aan de schoollokalen. We hebben al gezien dat daaraan nogal wat ontbreekt, ze ker nadat de gemeente de lokalen van Den Burg, Oudeschild en Den Hoorn van de kerk heeft overgenomen. Brachten wij in de 2e wereldoorlog brandstof mee voor de kachel, in de 19e eeuw namen de leerlingen soms stoven mee om warm te blijven. En verder werd de temperatuur in de klas op peil ge houden door het grote aantal kinderen dat in 1 lokaal werd gestopt, zoals hiervoor ook al werd vermeld. De commissie van toezicht schrijft in 1827 dan ook "dat uit deze opeen stapeling van kinderen noodwendig moet voortvloeijen dat er eene bedorvene damp kring heerst." Daaraan wordt eindelijk in 1867 wat gedaan; na 40 jaar dus! Want nadat de school in 13

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1999 | | pagina 15