Ondergang van de 'Oakford'
21
17-18 Januari 1934 in de Eieriandse Gronden.
Er vaart een bootje langs de kust
Met negen jonge mannen
Een oude maakt de tocht nog mee
De zee kan hem niet bannen
Het zwerk ziet zwart, de storm steekt op
De zee begint te koken
Tien mannen houden trouw de wacht
In de gronden kan het spoken
Trots alle kracht en flink beleid
Kan het schip geen water houden
Het loop op TEXELS stranden vast
't Is droef om te aanschouwen
Het schip raakt als een muur zo vast
Op de Eieriandse banken
De storm maakt reuzen veel lawaai
't Wordt een gehuil van klanken
De vuurpijl doet zijn nuttig werk
't Geeft sein aan hen die wachten
De Reddingboot wordt vlug bemand
Nu komt het aan op krachten
Twaalf man trotseren hier 't gevaar
Om de anderen te helpen
Komt men met de arme stakker weer
Vreugd zal hun overstelpen
Hoe droevig kan het lot soms zijn
Voor enkelen welgeboren
De mannen wilden niet van 't schip
Voor hen mocht men niet zorgen
De Reddingboot keert treurig weer
Hun daad werd niet erkend
De mannen bleven op 't schip
Maar zochten dra hun end
Het water wast, het wordt critiek
Nu gaat men het schip verlaten
Tien mensen vonden dra den dood
In deze ruwe gaten
Ten tweede male gaat de boot
Op zoek naar hen die vielen
Dra werd hun pogen nu bekroond
Men keert met tien ontzielen