Oudeschild Vliegclub 17 Hij zocht wel gezelschap en ging dan naar De Nieuwe Aanleg in De Cocksdorp om te praten en te zingen. Hij maakte vele liedjes en droeg ze voor of zong met begeleiding van zijn zingende zaag of de viool. Na zijn dood is de viool naar Willem Boon gegaan. Maar naast de versjes zoals 't Lied van den Cockelvisscher, Kom naar Texels groene dreven, 't Liedje van Texel, maakte hij liederen en gedichten over de maat schappij. Zware teksten met titels als: Terug van de Loopgraven, De Nederlandsche Mu sicus, De Volkerenbond, De Wachtende Moeder e.d. Het liefst zocht hij zijn vrienden op zoals Willem Boon (Wullem van Aai) of Jildert Zui- dema. Met hen sprak hij urenlang over de toestand in de wereld en hoe alles beter kon worden als men Braam's ideeën maar zou volgen. In het dorpscafé waardeerde men al gauw de kwaliteiten van Braam als vertolker van liedjes. Daarom werd hij gevraagd bij hoogtepunten in het Eierlandse volksleven zoals met de viering van de polderfeesten en het feest van 100 jaar polder Eierland. Zijn 'Dorperfeestdag' kennen oudere polder mensen nog grotendeels uit het hoofd. Het komische zat 'm er ook in dat hij juist men sen in zijn lied aan elkaar koppelde die el- kaars bloed wel konden drinken. Zelfs met zijn vaste maat Jildert Zuidema kreeg hij het aan de stok i.v.m. zijn zinsnede dat deze een draaimolen en schiettent zou hebben hetgeen helemaal niet waar was. Een ander couplet begint met Keidel Frans stopt pillen draaien. Toen Braam enige tijd later om pil len bij de dokter kwam liet Keidel weten dat hij wel kon gaan omdat hij immers gestopt was met pillen draaien? Ook naar aanleiding van andere gebeurte nissen schreef hij. In 13 coupletten beschrijft Braam de ondergang van de Oakford in de nacht van 17-18 januari 1934 op de Eier landse Gronden. Volgens enkele getuigen was Braam kamer heer geweest bij een dame in Den Haag en onderhield hij ook later toen hij op Texel woonde contact met haar. Wanneer hij naar haar toeging vertrok hij 'in 't sis' en met de gleufhoed op. In één van zijn pamfletten staat er inderdaad naast zijn eigen adres ook een Haags correspondentieadres: Van Loostraat 34. Was de naam van die dame soms mevr. Buma? ANEKDOTES Zaandam De eigenzinnige Braam heeft trouwens door zijn extreme uitspraken eens bijna in levens gevaar verkeerd. Tijdens een bezoek aan Zaandam met zijn vriend Jildert Zuidema raakte Braam in een politiek debat waarbij zijn tegenstanders hem wilden aftuigen. Jil dert en Braam wisten net op tijd de boot van Zuidema te vinden en te ontsnappen. Zo vertoonde Jildert Zuidema soms op het dorp lichtbeelden van o.a. de omgeving van de Rijn in Duitsland. Braam ging dan mee en vertelde erbij. Tijdens zo'n voorstelling viel het geluid van Braam uit terwijl Zuidema nog even doorging met plaatjes op het doek. Toen hij in de gaten kreeg dat er al een tijd niets meer werd gezegd en achter in de zaal rumoer ontstond zag hij dat het hoofd van Braam nog net boven tafel stak en de Skilders hem met drank volgoten. Door met een briefkaart voor zijn neus te zwaaien dat hij ergens dringend heen moest raakte het edele span toch gezamenlijk de deur uit. Ook werd hij in het 'rooie dorrep' Oudeschild voor gek verklaard toen hij het lied van de Melkmeid jodelde, ze meenden dat die vent dronken was net als de vorige keer. Dit lied had Braam ooit gemaakt tijdens zijn bootreis uit Amerika als tegenhanger van een liedje van Koos Speenhoff, de Nederlandse volks dichter. Inhoudelijk zat er natuurlijk een poli tiek tintje aan dit lied, maar dat begreep toch niemand. In een ingezonden artikel in het blad Vlieg wereld (1935) doet Braam de suggestie om de Nederlandse naam 'hemelluis' als verta-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1998 | | pagina 19