VROEGE BROUWERIJEN
De Brouwer
Het Bier
Kuitenbrouwer
9
Ik lees de Telegraaf meestal dinsdags en
vrijdags in de trein. Op 23 juli 1998 was pa
gina 29 van deze krant geheel gewijd aan
bier, biersoorten, bierwinkels en biercafés.
Tot mijn genoegen kwam onder de vermel
de biersoorten ook 'Skuumkoppe' voor, een
van de producten van de Texelse bierbrou
werij van Harry Bonne. Want sinds een paar
jaar kennen we weer Tesselse bieren.
Wéér.... want wat niet iedereen zal weten is
dat ook al een aantal eeuwen geleden op
Texel bier werd gebrouwen. We schrijven
namelijk 1528 als voor het Hof van Holland
een criminele zaak in hoger beroep wordt
behandeld. De gedaagde is Stans Claeszn
van Amsterdam. Die heeft op Texel een
bierbrouwerij. Daar is niets tegen; maar in
die brouwerij werkt een weggelopen monnik.
En dat is een misdrijf. Deze werker heet
Willem Bruins, is ook een Amsterdammer en
lid van de congregatie der Paulusbroeders.
Hij is in Utrecht tot priester gewijd op 5 juni
1512, des zaterdags na pinksteren. En nu
werkt hij sinds 2 of 3 jaar op Texel in de
brouwerij, in wereldse kleren. En wat het
ergste is, hij is na zijn komst op Texel in
1525 aan de vrijerij geraakt met (misschien
een dochter, maar waarschijnlijker met) een
werkneemster van Stans Claesz. Hij is daar
mee, onder grote belangstelling van de pa
rochianen en met medewerking van de pa
rochiepriester zelfs kerkelijk getrouwd ('hij
heeft hem binnen zijn huys an zijn joncwijf
gehuwelict, daermede, in huwelijcke state,
diezelve monick domicilie gehouden heeft in
des gedaechdes brouwerije ende dat brou-
werck gedaen, in alle schijn of hij gheen
verloepen (=weggelopen) monick geweest
en hadde').
Nu had onze landsheer, keizer Karei V, juist
bevolen dat alle weggelopen monniken en
nonnen moesten worden opgepakt door de
politie. Die moesten hen terugsturen naar de
kloosters waar ze vandaan kwamen. Karei
deed dat vanwege de grote aantallen die de
benen namen en liet dat overal door boden
bekendmaken. Maar Stans Claesz, zo luidt
de aanklacht, had dat bevel kennelijk aan
zijn laars gelapt. Wat Claesz tot zijn verdedi
ging aanvoert doet hier verder niet ter zake;
het gaat in deze bijdrage om de constate
ring dat hij toen al op Texel een brouwerij
had. Die stond in Waalenburg. En verder
had hij een woonhuis in De Waal, terwijl hij
ook betrokken was geweest bij de inpolde
ring van Waalenburg in 1520. Deze Stans
Claesz was waarschijnlijk getrouwd met een
meisje Benning uit Amsterdam, een dochter
van een brouwfamilie aldaar (zie de aan
Dudok van Heel ontleende afbeelding). Zo
wel in Amsterdam als in Leiden behoorden
de brouwers tot de aanzienlijken; regelmatig
vinden we hen terug in het bestuur van de
stad als burgemeester. Kortom: er werd dus
toen al Tessels bier gebrouwen.
Daarop heeft de overstroming van 1532
geen invloed gehad. Want in elk geval wordt
er in 1543 nog Tessels bier gebrouwen. Dat
weten we, omdat dan een andere rechts
zaak voor het Hof van Holland dient, ditmaal
een civiele. Op 19 juni van dat jaar namelijk
klaagt de herbergierster Pieterken Doesdr.
de toenmalige schout van Texel, meester
Jan van Dorp, aan. Hij weigert zijn schulden
aan haar te betalen. En tot de vele verterin
gen die hij niet heeft afgerekend behoren:
bremerbier, romenye...en '30 stoepen tes-
selsche kenyts'. Een variatie van dranken
dus. Naast bier uit de grote brouwsteden -
zie hierna- werd ook toen al veel buiten
lands bier gedronken; vooral Duits, dat met
bierschepen zoals uit Bremen hier werd
aangevoerd. Daarnaast twee soorten wijn,
witte Rijnwijn en rode Romenye. Romenye
is een woord voor Griekse, later ook Spaan
se wijn. Maar voor ons telt hier het meest
dat er ook Texelse kenyt werd gedronken
en wel in stopen (een Amsterdamse stoop
was toen 2,75 liter). En dus een product van
de plaatselijke brouwerij of brouwerijen.
Ik kende de naam Kuitenbrouwer, maar had
nooit stilgestaan bij de betekenis van de
naam. Want wat is 'kenyt'? Ik kon er niet
achter komen. Totdat de specialiste op het