kend type. In plaats van de traditionele punt
hadden ze de vorm van een beitel (transver-
saalspits), waardoor deze veel bloedverlies
veroorzaakten en de dieren eerder dood gin
gen. Een onmisbaar werktuig was natuurlijk
de vuurstenen bijl, waarmede men hout kap
te, punten hakte aan de palen voor de bouw
van hutten en dierbotten stuk maakte om het
merg er uit te halen. Voor het bewerken van
been, hout en hertshoorn had men beitels,
boortjes en krabbers nodig. De krabbers ge
bruikte men om het vet van de dierenhuiden
af te krabben om ze te kunnen prepareren.
Deze huiden zullen ongetwijfeld tot kleding
zijn verwerkt, getuige de vondst van een aan
tal fraai gepolijste benen priemen en naal
den.
Het aardewerk bestond uit de handgevormde
potten waarvan er een vijftiental verschillende
typen bekend zijn geworden. Sommige heb
ben een aantal knobbels onder de rand, an
dere hebben een rij doorboringen net onder
de rand. Verder zijn er fragmenten van een
aardewerken kraaghalsflesje gevonden, een
gebakken lepel alsmede een aantal bakpla
ten. De laatste zullen gebruikt zijn om brood
op te bakken daar er ook graankorrels ge
vonden zijn.
Daar vuursteen in Vlaardingen schaars was,
werden beschadigde bijlen verwerkt tot klei
nere werktuigen zoals krabbers. Ook bleek
dat in Vlaardingen een ruilhandel was ont
staan in vuursteen uit het zuiden van Neder
land, waar deze wel voorhanden was, nl.
Zuid-Limburg en België. Ook op Texel vinden
we deze ruilhandel in het vuursteenmateriaal
terug. De vuursteen, waaruit de beitel van
Texel is gemaakt, bestaat uit een grijze ge-
bandeerde vuursteen, die gevonden wordt in
Zuid-Limburg. Ook heeft men in Vlaardingen
barnstenen kralen gevonden die waarschijn
lijk uit het Oostzeegebied afkomstig zijn. Van
de Vlaardinger mensen is echter niet bekend
hoe zij hun doden behandeld hebben. Uit de
vondsten van Vlaardingen hebben we zo een
redelijk beeld kunnen vormen hoe deze men
sen geleefd en gewoond hebben.
Govert J. van Noort
Fig. 2 Verspreiding van de Vlaardingen cultuur
7
Literatuur:
Beuker, J.R., 1983. Vakmanschap in vuursteen. Publi
catie no 8 van het Asser museum Assen 1983;
Bloemers, J.H.F., L.P. Louwe Kooijmans, J. Safartij.
1981 Verleden land. Archeologische opgravingen in Ne
derland. Meulenhof Informatief. Amsterdam;
Dijkstra, P., 1989. Stenen artefakten herkennen en
dateren. Hoofdstuk Neolithicum. Syllabus, Studiedag
heemkunde archeologie. Uitgegeven door Brabants
Heem in samenwerking met archeologische werkgroep "t
Oude Slot" Tilburg;
Feen, van der, P.J., 1952. Early populations in the
delta of the river Scheldt. Beaufortia, januari, no 9 uitg.
Zoological Museum Amsterdam;
Glasbergen, W., W. Groenman-van Waateringe and
G.M. Hardenberg-Mulder. 1967. Settlement of the Vlaar
dingen Culture at Voorschoten and Leidschendam I en II.
Helinium VII;
Hahn, J. 1993. Erkennen und bestimmen von Stein-
und Knochen artefakten Archeoloogica Vnetoria Institut
für Urgeschichte;
Heide van der, G.J. 1972. Graven naar het verleden.
Stichting Televisie Academie Teleac;
Hoof, D., 1970. Die steinbeile und Steinaxte im Gebiet
des Niederrheins und der Maas. Bonn;
Regteren Altena, van, J.F., J.A. Bakker, A.T. Clason,
W. Glasbergen, W. Groenman-van Waateringe L.J.
Pons. 1962, 1963. The Vlaardingen Culture, I pp 3-35, II
pp 97-103, III pp 215-243, 1963, IV pp 39-54, V pp 97-
120. Helenium 2;
Sha, L.P., C. Laban, P.C. Zonneveld. 1996. Influence
of the Pleistocene topography on the Holocene coastal
development of Texel. Mededelingen Rijks Geologische
Dienst nr. 57;
Wind, C., 1973. Hfdst. 2. De late steentijd. In 'Van
steurvisser tot stedeling'. Uitgave Den Draak, Vlaardin
gen, onder redactie van T. Vos Damen von Buchholz;
Vossen, W., A. Wouters, 1991. Vindplaats van de Sei-
ne-Oise-Marne-Kultuur (S.O.M.) in Kessel. Archeologie
no 3;
Wouters, A. 1991. De Seine-Oise-Marne-Kultuur. no 3;
Zagwijn, W.H., 1986. Nederland in het Holoceen.