1898 Kroningsfeest in Oosterend
Dat de gemeenschap Oosterend de kunst
verstaat uitbundig feest te vieren is in augus
tus van dit jaar weer eens gebleken. Jaren
lange ervaring met het organiseren van
grootscheepse evenementen werpt z'n vruch
ten af!
Honderd jaar geleden, op 6 en 7 september
1898, konden ze er ook al wat van, getuige
een verslag van de feestelijkheden ter gele
genheid van de inhuldiging van koningin
Wilhelmina. In een -bij Langeveld en De
Rooy gedrukt- boekje wordt uitvoerig ver
haald over het gebeuren. Twee grote histori
sche optochten hielden de Oosterenders
bezig: 'Het verbond der Edelen' en 'De Aan
komst van den Prins van Oranje te Scheven-
ingen'.
'Alle handen togen aan het werk en men
wedijverde met elkander, wie wel de schoon
ste edelman, ridder of page voor het feest
zou klaarmaken.Enkele dagen tevoren werd
flink geoefend in marcheren en defileren. Op
de 6e september werden de feestelijkheden
geopend door een fanfarekorps uit Makkum,
dat vanaf de toren het Wilhelmus, enkele
vaderlandse liederen en psalmen speelde.
Om 8 uur verzamelden de 140 edelen, pages
en schildknapen zich in de Peperstraat,
waarbij zich 68 meisjes van de bestaande
meisjesverenigingen voegden. 'Zij zagen er
allerliefst uit en gaven aan het geheel nog
schooner aanblik. Schooner groep dan deze
meisjesschaar was bijna niet denkbaar, en
was zeker voor dit doel nog nimmer verza
meld geweest.
Voor de verzamelde menigte in de Peper
straat werd door een der edelen, Graaf Hen
drik van Brederode (mr. Jansma) een feest
rede gehouden, waarin werd herinnerd aan
de tocht van de edelen naar Brussel in 1565,
om de landvoogdes Margareta van Parma
een smeekschrift aan te bieden om een eind
te maken aan 'de vervolging om des geloofs
wille'. Na deze rede volgde een toespraak
door 'de Commandant' (J.K. Timmer). Het
hoogdravend en wijdlopig taalgebruik doet in
onze tijd lachwekkend aan. Met verbazing
constateer je, dat in een eeuw tijd ook op dat
gebied veel is veranderd!
Na deze plechtigheid vertrok de hele stoet
-lopend- naar Den Burg, 'waar wij, -nadat wij
door de inwoners van de Waai op feestelijke
wijze waren verwelkomt,- te ongeveer 1Cf/i
uur aankwamen.Voor hotel de Lindeboom,
waar de burgemeester (H.W. de Joncheere)
hen opwachtte, stelde men zich op. Er volg
de weer een lange toespraak. 'Gij, Heer Bur
gemeester, ziet thans voor U, in schitteren
den optocht, een stoet van edelen en ridders
uit de 16e eeuw.'God, Nederland en
Oranje door de eeuwen heen passeerden de
revue, van 1565 tot 1813, met de terugkeer
van Willem de Vijfde uit Engeland, die in
Scheveningen voet aan wal zette als Koning
Willem I. De toespraak werd besloten met
een lofzang op 'onze beminde Vorstinne'.
'Waarom eeren wij haar? is het omdat zij
zulk eene beminnelijke jonkvrouw is, zoodat
hare verschijning ons ais betoovert?' Er werd
een 'Adres van Hulde' aan de burgemeester
overhandigd met het verzoek dit op te zen
den aan de koningin.
De optocht maakte een rondgang door Den
Burg, waarna in de tuin van hotel Texel 'een
welvoorziene disch prijkte.' Om half 3 werd
de terugtocht naar Oosterend aanvaard. Aan
het hoofd van de troep marcheerden twee
oudstrijders, '....en wei de Heeren P.
Vermeulen en J. C. Dogger, waarvan eerstge-