T. Duinker, Oosterend 13 Wethouders van Texel Ad 23 Juny No 239 zowel als van dat van den Hoofd Ingenieur, neem ik de vrijheid Uwe Excellentie in overweging te geven, het verzoek van adressant voor zoveel betreft het drogen van wier op de steenglooying van het Ou de Schild af te wijzen, doch de gevraagde ver gunning wat betreft de steenglooying aan het Horntje toe te staan onzer de door den Hoofd Ingenieur aan gegeven voorwaarden. De Commissaris des Konings in de Provincie Noord Holland. Haarlem 29 July 1865 Aan Den Heer Commissaris des Konings in Noord Holland. Bij apostille van den 26 Juny no 132/4- 430 stelde U.Hoog.Edel Gestrenge mij in handen een adres van Jan Jz de Waard, wonende te Ou de Schild op Texel, die verzoekt vergunning tot het drogen van wier op de Rijkssteenglooying voor het Oude Schild van paal no 154 tot 25 El beoosten dien paal en op een gedeelte der steen glooying aan het Horntje over 100 strekkende El met het daarop uitgebracht berigt van Burgemee ster en Wethouders der Gemeente. Onder terugzending dier stukken heb ik de eer U.H.E.G. mede te delen dat het door den adres sant bedoelde eerste gedeelte steenglooying be grenst wordt door den op den dijkkruin liggende grindweg van het Oude Schild naar Den Burg, welke door vele rijtuigen gebruikt wordt. Het leggen van wier zou de veiligheid van dien weg in gevaar brengen, zodat dat gedeelte van het verzoek van den adressant niet voor inwilli ging vatbaar is. Bewesten dijkpaal 154 is weliswaar aan anderen vergund om geviste wier op de steenglooying te drogen, doch daar is de grindweg aangelegd op den binnen berm des dijks. Tegen het verlenen der gewenste vergunning om wier te drogen op de steenglooying van het Hor ntje bestaat geen bezwaar, onder de navolgenden voorwaarden zoude zulks kunnen worden toege staan. 1. Dat geen wier mag gelegd worden op de begroeide gedeelte van den zanddijk van het Horntje noch op die van het overwerk langs het buitenveld of op het buitenveld zelve te dien plaatse. 2. Dat de ter droging nedergelegde wier binnen veertien dagen weer opgeruimd moet zijn. 3. Dat bij overtreding van deze bepalingen de vergunning zal worden ingetrokken. De Hoofd Ingenieur in Noord Holland van Gendt. 7 Augustus 1865 De Minister. Gezien het adres van J. de Waard Jz te Oude Schild op Texel, vergunning verstrekkende tot het drogen van wier op den Rijks steenglooying voor het Oude Schild, van paal 154 tot 25 El beoosten dien plaats en op een gedeelte der steenglooying aan het Horntje over een lengte van 100 El. Gezien de Missive van den Commissaris des Ko nings in Noord Holland van 27 July 132/5208, met de daarbij overgelegde berichten van den Hoofd Ingenieur en van de Gemeente Texel. Geeft aan den adressant te kennen dat aan zijn verzoek voor zoveel des Rijks steenglooy ing voor het Oude Schild betreft in het belang van de veiligheid der passage op den dijk, niet kan worden voldaan, doch dat hem vergund wordt wier op te halen en te drogen op de steen glooying aan het Horntje, onder voorwaarden, {deze voorwaarden staan genoemd in de vorige brief} Aan de Commissaris des Konings in Noord Hol land Ik heb de eer hier nevens aan U.H.E.G. ter kennis nemingen uitreiking te doen toekomen mijne beschikking van heden op het in Uwe Mis sive van 27 July 132/1508 behandel adres van J. de Waard Jz te Oude Schild op Texel, om ver gunning tot het drogen van wier op de steen glooying aan het Oude Schild en het Horntje. U.H.E.G. gelieve hiervan mededeling te doen aan den Hoofd Ingenieur met verzoek op de naleving der gestelde voorwaarden te doen let ten. De Minister.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1998 | | pagina 15