12 Oude Schild - Texel 10 Juny 1865. Geeft met verschuldigde Eerbied te ken nen. Jan Jz de Waard, wonende aan het Oude Schild op Texel. Dat hij is werkzaam en alzo op eene wijze zijn onderhoud voor zich en zijn tal rijk kroost wenst te voorzien. Dat daartoe ook door hem wenst aangewend te worden het middel om drijvend zeewier op de vissen en te drogen. Redenen waarvoor de ondergetekende zich tot Uwer Excellentie wendt met het nederige verzoek om vrijheid te mogen hebben om wanneer de ge legenheid daar is zeegras op de Rijkssteen glooy- ingen te Oude Schild, van af Dijkpaal 154 tot 25 El beoosten die paal en op een gedeelte der stee- nglooying aan het Horntje van 100 El lengte te mogen ophalen en op hopen zetten en daarna wegvoeren. Het welk doende, Jan de Waard Texel 23 Juny 1865 Aan Zijn Excellentie den Commissaris des Konings in de Provincie Noord Holland Naar aanleiding van Uwer Excellenties App. Dispositie van 17 Juny 11 no 132/4247 2de afd. waarbij in onze handen is gesteld om berigt consideratiën en advies een rekwest van Jan de Waard te Oude Schild aan Z.Ex Den Minister van Binnenlandse Zaken, inhoudende verzoek om zeewier op de Rijkssteen glooying te Oude Schild van af dijkpaal 154 tot 25 El beoosten die paal en op een gedeelte der steenglooying aan het Horntje voor 100 Ellen te mogen op halen en aan hopen te zetten en daarna weg te voeren, hebben wij de eer Uwe Excellentie onder terug zending van het genoemde rekwest het volgende mede te delen. Ofschoon wij gaarne bereid zijn om ten aanzien van Jan de Waard, die bij ons als een oppassend en ijverig werkman bekend staat, gun stig te adviseren, zo zouden wij er nog thans be zwaar in zien om het verzoek onvoorwaardelijk in te willigen. Wanneer het op halen en drogen van zeewier aan het Horntje wordt toegelaten, zonder uitdrukke lijke bepaling dat alleen de steenglooying mag gebezigd worden, dan zal de grasberm daarvoor ligtelijk mede worden gebezigd, en dien ten ge volge zeer worden benadeeld. Daar tegen zou het opslaan, drogen en op hopen zetten van zeewier aan de zeedijk van het Oude Schild voor den dijk zeiven geen bezwaar opleve ren, maar voor rijtuigen gevaarlijk kunnen wor den. Immers is de dijk daar aan de binnen zijde zeer steil, de kruinbreedte niet groot, en er is over den dijk zeer veel passage, terwijl het droogwordende wier bij enige wind in beweging komende, zeer gevaarlijk is voor rijtuigen daar de paarden daaraan niet gewend zeer ligtelijk schrikken zouden. Wij zouden mitsdien adviseren, dat ten aanzien van het drogen en opslaan van zeewier aan het Horntje het advies werd gevraagd van den Pro vinciale opzigter van den Waterstaat, den heer P. van der Sterr te den Helder en dat ten opzigte van dezelfde vergunning werd gegeven tot opvis sen en drogen tot minstens 1 El beneden de kruin van den zeedijk en met verbod om het wier niet aan de dijk op hopen te zetten. De Burgemeester van Texel, D. Loman Stikkel, secretaris Namens Burgemeester en Wethouders dezer Gemeente Voor een eens luidend afschrift. De griffier der Staten van Noord Holland. Haarlem 27 July 1865 Aan Zijne Excellentie den Minister van Bin nenlandse Zaken. Ik heb de eer Uwe Excellentie hierbij terug te zenden het, bij Appointement van 13 Juny No 34 3e Afd, om berigt, consideratiën en advies in mijne handen gesteld adres van J.de Waard te Texel, om vergunning tot het opvissen van wier op de Rijkssteenglooying voor het Oude Schild van paal No 154 tot 25 El beoosten die paal en op een gedeelte der steenglooying aan het Horn tje over 100 strekkende El. Ik voeg daarbij een afschrift van het daaromtrent door mij ingewonnen berigt van Burgemeester en

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1998 | | pagina 14