"VAN HET CLIJF TOT DEN HOORN"
VIM HET CLIJF WT W HOOP
auteurs: Prof. Dr. Cornelis de Jager en Willem J. Kikkert
8
wSU l ijs
Een boek dat de geschiedenis beschrijft van
het zuidelijk deel van Texel, van de oudste
tijden tot 1398, toen, gedurende de Hollands-
Friese oorlog, het kustdorpje Den Horn ver
woest werd door de likedelers, zeerovers in
Friese dienst. Na de verwoesting van Den
Horn vluchtte de bevolking naar de nabijgele
gen heuvel Het Clijf, waar reeds een klein
dorpje bestond en daarbij nam het de naam
van het verwoeste dorp mee. Zo ontstond het
tweelingdorp Den Hoorn/Het Clijf, nu 600 jaar
geleden. Nu heet het dorp Den Hoorn.
Het boek is gericht op een breed publiek. Het
vat bekende zaken samen, maar is voor een
belangrijk deel ook gebaseerd op eigen on
derzoek van de schrijvers. Zo wordt in het
boek melding gemaakt van de ontdekking
van twee tot dusverre onbekend gebleven
terpen, waarop tussen ca. 800 v. Chr. en het
einde van de Romeinse Tijd mensen ge
woond hebben, blijkens de gevonden resten
van aardewerk-scherven. Op een andere
plaats, 't Hogetje, een stukje bouwland op de
westhelling van de Hoornder hoogte, zijn re
sten gevonden van bewoning in de tijd der
Kelten en uit de Romeinse Tijd. Van de ca.
1000 daar gevonden scherven blijkt het over
grote deel te stammen uit de periode rond
1200. Deze duiden op intense bewoning na
dat het Marsdiep in 1170 doorgebroken was
en zuidelijk langs dit veld stroomde. Ook zijn
resten gevonden van primitieve ijzerbereiding
en -verwerking op dit terrein.
In het boek worden de aanwijzingen samen
gevat, dat het Marsdiep omstreeks 1170
doorbrak. Daarna lag de heuvel enige tijd
aan zee. De zandbank, die voor de ingang
van het Marsdiep ontstond, verheelde zich
100 jaar later met de Texelse kust en daar
door werd daar ter plaatse het Marsdiep af
gesloten, zodat een baai ontstond (Den An-
del). Hierna zocht het Marsdiep een zuidelij
ker weg, totdat een honderd jaar later de ge
schiedenis zich zuidelijker herhaalde. Ver
schillende straatnamen in Den Hoorn herin
neren aan de tijd (1290-1350) dat de heuvel
aan de baai Den Andel was gelegen.
Op de landtong aan de andere kant van de
baai ontstond rond ca. 1300 het kustdorpje
Den Horn, strategisch gelegen aan de ingang
van de omstreeks 1200 ontstane Zuiderzee.
Deze ligging maakte het dorp echter ook
kwetsbaar, wat bleek toen het verwoest werd
in de Hollands-Friese oorlog.
Verhelingen, zoals hier beschreven, hebben
zich in de loop der eeuwen viermaal her
haald en de resten van de stroomgeulen zijn
nog herkenbaar in het duinlandschap van
Zuid-Texel.
Een dorp, Wambinghe, dat omstreeks de
Romeinse tijd in het zuiden van Texel ont
stond aan een, omstreeks 1300 dichtgeslib
de, zee-inham werd in de periode van ca.
500-1300 het belangrijkste dorp op Texel.
Het dorp is inmiddels verdwenen, maar uit
veldonderzoek is het een en ander af te lei
den over de vroegere omvang ervan. In het
boek worden aanwijzingen samengevat dat
de eerste kerk op Texel in het jaar 720-'21 te
Wambinghe is gesticht door Willibrord en
Bonifacius, gedurende hun kersteningstocht
door Noord-Holland, nadat dit gebied in 719