16 verschillende handschriften zijn ook ge meenschappelijke teksten te vinden. De oudste rechtstekst is in zeven handschriften overgeleverd en wordt de Zeventien Keuren genoemd. Deze tekst schijnt in de 11e eeuw tot stand gekomen te zijn. In de Middeleeu wen werd opnieuw geprobeerd de Friese gebieden meer tot elkaar te brengen in de Bond van Upstallsboom. In de Upstalls- boomer Keuren van 1323 werd gemeen zaam Fries recht beschreven, maar met weinig gevolg. Voor ons zijn deze rechts- teksten later van groot belang geweest voor onze kennis van het Oudfries. De taal van de Friezen Het Nederlands is evenals het Fries een Germaanse taal. Het Nederlands behoort echter evenals het Duits tot de Zuid-ger- maanse talen. Het Fries behoort evenals het Engels tot de Noordzee-germaanse talen. Dit Noordzee-germaans wordt ook wel Ing- weoons genoemd. Die term komt van de geschiedschrijver Tacitus die over Ingweo- nen sprak wanneer hij het had over de noordelijke kustbewoners: de Angelen, de Saksen en de Friezen. De ontwikkeling van het Fries en het Engels is dus voor een groot deel parallel verlopen. Door de schei ding van het water hebben ze zich uiteinde lijk (rond de achtste eeuw) ontwikkeld tot twee verschillende talen. Maar er zijn nog wel gelijkenissen. Vooral in het Oudfries (11e eeuw- middeleeuwen) zijn veel vormen te vinden die we nu ook nog in het Engels aantreffen. Zo vinden we in beide talen de zgn. ontron ding, wat betekent dat klinkers waarbij de lippen gerond zijn (o,u) een meer open klank krijgen. Zo ontstonden woorden als: 'brigge' en 'bregge' voor het Nederlandse 'brug' en 'pit' naast 'pet' voor ons woord 'put'. Beide vormen, dus met i en e, vind je zowel in het Fries als het Engels. Maar ook aan de Nederlandse westkust (o.a.Texel) zijn nog dergelijke vormen te vinden, die nog stammen uit de tijd dat de Friezen een veel groter gebied van Nederland bestreken. (Afkortingen: oeng.- oudengels, ofr.=oudfries) De a kreeg een neusklank voor een n: man oeng.mon ofr. mon Na een klinker kon bovendien een n of m wegvallen: ander eng. other ofr. öther mond eng. mouth ofr. müth ons eng. us mofr. us Overigens vinden we dit verschijnsel in een enkel geval ook nog in het Standaardneder lands terug. Vergelijk het Duitse 'fünf' met het Nederlandse 'vijf' (eng. 'five', ofr. 'fif'). Als er geen n of m optrad na de a verander de deze in een e: slapen eng. sleep ofr. s/êpa vader eng. dad (uitspraak: dèd) ofr. dêd Waar wij in het Nederlands oe zeggen, vin den we in het Engels en (oud)Fries een lan ge o: moeder eng. mother ofr. möder broer eng. brother ofr. bróther bloed eng. b/ood ofr. b/öd voet eng. foot ofr. föt Ook opvallend is de ts-uitspraak voor k in: kerk eng. church ofr. tziurke Dit waren nog maar enkele voorbeelden van gelijkenissen tussen het Engels en het Oud fries. Het laat in ieder geval zien hoe dicht deze talen bij elkaar staan. Ook in noordelij ke dialecten zijn nog overeenkomstige vor men te vinden die nog op Engels/Friese in vloeden wijzen en die ook wel 'ingweoni- smen' worden genoemd. Mathilde Jansen Bibliografie: Hofmann, Dietrech: 'Die Entwicklung des Nordfriesi- schen' Miedema, H.T.J.: 'Het ontstaan van Fries, Engels, Ne derlands en Noordzeegermaanse ontrondingen' Steller, W.: 'Altfriesischen Grammatik'. Halle: 1928.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1998 | | pagina 18