Johann Sebastian Bach
gint het stuk onverhoeds met het laatste
woord van een verloren zin: ...'Steiss', wat
zoveel betekent als stuitje of achterwerk. En
door het ontbreken van de laatste bladzijde
zullen we de beloofde fuga nooit meer horen.
Maar het deeltje waar de Texel-tekst in voor
komt heeft wel degeiijk met de zee en de
scheepvaart te maken: 'Wat zijn dat voor gro
te kastelen, die daar drijven op de zee', etc.
Dat roept een beeld op dat overeenkomt met
onze voorstelling van de rede van Texel in
de toptijd van de VOC: kennelijk ook een
bekend gegeven in Thüringen en Sachsen in
die jaren. Wat verbond Texel toen met het
midden van Duitsland?
DUITSERS IN DIENST VAN DE VOC
Een antwoord op die vraag vinden we twee
jaar later in het boek van Roelof van Gelder,
'Het Oost-Indisch avontuur', eind 1997 uitge
geven bij SUN, Nijmegen. Van Gelder be
schrijft in dit boek op boeiende wijze de bele
venissen van een aantal jonge Duitsers, die
in de zeventiende en achttiende eeuw hun
geluk gingen beproeven bij de scheepvaart
op Indië. Hij heeft daarvoor gebruik kunnen
maken van reisverslagen, die de mannen na
behouden terugkeer in hun woonplaats op
schrift gesteld hebben en vaak ook hebben
laten uitgeven. Ook in Duitsland waren in die
tijd, net als bij ons, verhalen over reizen naar
vreemde en verre landen heel populair bij het
publiek.
Die verslagen zijn in het boek verwerkt tot
een soort groepsportret van (Duitse) VOC-
dienaren. Mannen, die al tamelijk jong hun
ouderlijk huis verlieten om na verloop van tijd
aan te monsteren op de vloot van de Ver
enigde Oostindische Compagnie. Het waren
vaak jongens van goede komaf, die een am
bachtelijke opleiding hadden afgerond en die
aangetrokken werden door de mogelijkheden
van de dienst in de Oost en het fortuin dat ze
daar hoopten te maken. Over het algemeen
waren de buitenlanders laag in rang bij de
VOC, 'dienaren voor de grote mast' en aan
gemonsterd als soldaat. Maar omdat bij die
mannen door hun opleiding een aanzienlijk
deel kon lezen en schrijven danken we voor
al aan die buitenlanders de verhalen van de
ontberingen, die het gewone volk moest
doorstaan. De Hollandse beschrijvingen zijn
immers vaak van de hand van hoger geplaat
sten in de organisatie, zoals kooplieden, offi
cieren, stuurlieden en kapiteins.
Roelof van Gelder heeft met zijn studie voor
treffelijk werk verricht, dat door alle VOC-ge-
interesseerden zeer op prijs zal worden ge
steld. Voor de eerste maal is er nu een beeld
geschilderd van het dagelijkse leven van het
lagere personeel van de Compagnie.
Terug nu naar Johann Sebastian Bach. Zijn
compositie dateert uit het midden van de pe
riode waarin de VOC tot grote bloei is geko
men. Gedurende de twee VOC-eeuwen zijn
ongeveer een miljoen personen naar Azië
afgereisd als soldaat, klerk, koopman, chirur
gijn of pakhuisknecht. De helft daarvan kwam
uit het buitenland en de meesten waren af
komstig uit Duitsland. Veel van die mannen
zijn van de rede van Texel vertrokken. Van
wege de grote aantallen is het daarom ver
klaarbaar, dat (de rede van) Texel in die da
gen een begrip werd dat in Europa tot ver
over de grenzen van de Republiek reikte. En
9