Watervliegtuigen van de Mok (1917-1940) 5 Dit jaar is het precies 80 jaar geleden dat De Mok een militaire basis werd. Het vliegkamp De Mok aan de zuidpunt van Texel bestond uit een bassin dat door een vaargeul met het Marsdiep was verbonden. Deze baai, omge ven door duinen, bood een natuurlijke be schutting voor het kamp. Rond 1915 ontstond een ontluikende interesse van het Neder landse leger voor militaire activiteiten in de lucht. Later viel het oog op de beschutte plaats aan de zuidpunt van Texel, dichtbij de marinebasis Den Helder. Ook als er buiten gaats een zware zee stond, bleef het water in de Mokbaai vrij rustig. Bij laag water was de start- en landingsbaan in de baai te klein, zodat buitengaats getaxied moest worden. Al bij de eerste proefvluchten raakte een Thulin jachtvliegtuig over de kop op het strand. Op 21 augustus 1917 werd het marine-vlieg kamp De Mok officieel in gebruik genomen. De opzet was een vliegkamp voor watervlieg tuigen, maar in eerste instantie werd nog met een bescheiden landingsbaan langs het strand volstaan voor de zgn. landvliegtuigen. Bij de opening werd gevlogen met vliegtuigen van het type Friedrichshafen en een zestal Glenn Martins. Deze laatsten waren in Ameri ka gekocht. Tevens keek de toegestroomde bevolking naar de verrichtingen van de Grote Duitser, een watervliegtuig. M.L.D. De start van de Nederlandse militaire lucht vaart vond plaats in 1916 te Schellingwoude waar een watervliegdienst werd ingericht, in datzelfde jaar werd uitgekeken naar een goe de plaats voor watervliegtuigen. De keus viel op De Mok. Pas een jaar daarvoor haalden de eerste Nederlandse militairen hun vlieg brevet. Onder beschikking B no. 62 nam men het besluit om een luchtvaartdienst in te stel len. De Marine Luchtvaart Dienst was gebo ren. Karei Doorman De beroemde Karei Doorman (in 1942 omge komen in de Javazee) was de eerste com mandant van De Mok. Oorspronkelijk werden alleen zeeofficieren tot vliegers opgeleid, maar omdat de sterkte van het korps onvol doende was kwam er in 1918 een regeling voor Korps Officieren-Vlieger tot stand. Men recruteerde zowel uit de verschillende mari nekorpsen als uit de burgermaatschappij. De snelle wereld van de vliegerij stond nog maar in de kinderschoenen. Op het afgele gen kamp De Mok ging men in 1918 zelfs over op het gebruik van postduiven. Op zomerse dagen gebeurt het vaak dat er omstreeks het middaguur te veel remous staat en de lucht te onrustig is. Dan begin nen de leerlingen 's ochtends ai om 6 uur, tot een uur of 10 en gaan door van 4 uur 's mid dags tot zonsondergang. De instructeurs lo pen rond ais heer en meester, gekleed in lange teren jas (of ais 't koud is in een bont jas) en met viiegiaarzen, valhoed en vliegbril. De vooropleiding voor het vliegen vanaf De Mok kregen de leerling-vliegers op het vlieg kamp De Kooy nabij Den Helder. Beide vlieg kampen hadden aanvankelijk een typische oorlogstaak. Zowel op De Kooy als op De Mok nam men proeven met bommen en tor pedo's. Op De Mok konden officieren tevens een opleiding tot zeewaarnemer krijgen. Hier vormde men de meer gespecialiseerde mari nevliegers. Fokker Als lesmateriaal beschikte men over Far- mans, Thulins en Spijkers. Op 4 mei 1919 vond de eerste buitenlandse vlucht plaats. Men maakte een retourvlucht De Mok - Ko penhagen. In 1920 deden de Fokkers (o.a. de C5 en C6) hun intrede als vervangers van de Thulin-eendekkers. De Kooy kreeg 20 D Vll-jachtvliegtuigen, die uitgerust waren met een BMW motor van 185 PK. Dit type deed dienst tot 1937, enkele jaren voordat het vlie gen met watervliegtuigen vanaf De Mok defi nitief tot het verleden zou behoren.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1997 | | pagina 7