II. ZIJN KLEDINGSTUK III. ZIJN BEELD: DE GOORN OF DEN HOORN? 13 dit drieluik staat onze Dirk op een van de zijpanelen geportretteerd, in wit gewaad en geknield voor de gekruisigde Christus, de handen gevouwen, kortom: in gebedshouding zoals voor zijn Maria-altaar op Texel; een kapelaan die hier 400 jaar geleden werkte. Als gezegd: heel uitzonderlijk. In een artikel van pastoor Van der Loos in de Bijdragen van het Bisdom Haarlem beschrijft de auteur de geschiedenis van de RK-kerken op Texel (6). Hij deelt daar op blz. 165 mee dat uit de kerk van Den Burg bewaard is ge bleven een kazuifel dat, toen hij zijn artikel schreef, nog aanwezig was in het Bisschop pelijk Museum in Haarlem. Thans echter is het ondergebracht in hetzelfde museum Het Catharijneconvent te Utrecht (7). Dit kazuifel kruis stamt uit ongeveer 1450 en draagt af beeldingen van verschillende heiligen waar onder Johannes de Doper (8), hetgeen er op zou kunnen wijzen dat de kerk in Den Burg inderdaad ook aan Johannes de Doper was gewijd. (Ook de jaarmarkt of kermis speelde zich op Texel af rond Sint Jansdag -midzo- merdag-.) (9) Het kruis was er dus in elk ge val al toen Dirk van Noortich zijn dienst be gon, zodat hij het zeker gekend heeft. En mogelijkerwijs heeft hij het zelf tijdens zijn werk gedragen. Ik vind het heel mooi en ben blij het hierbij te kunnen afdrukken (afbeel ding 2, zie noot 10). De beschrijving van pastoor Van der Loos bevat nog een interessante bijzonderheid. Hij deelt daarin namelijk mee bij zijn bespreking van de parochiekerk van De Westen en Den Hoorn: 'Het bisschoppelijk Museum te Haar lem bewaart een moedergodsbeeldje uit de 15e eeuw, dat afkomstig is uit de kerk aan Den Hoorn' (blz. 178). Zodra ik dat las werd ik gegrepen door de vraag of het nog steeds bestond en zo ja, waar dan wel. Over deze kerk werd tevens meegedeeld dat zij een altaar bevatte gewijd aan Sint Jacob. Aan wie echter de kerk als geheel was gewijd is niet bekend. De klok van de kerktoren echter, die ook uit ongeveer 1450 stamt, is aan Ma ria gewijd en draagt als opschrift het begin van het 'Wees Gegroet' in het Latijn: Ave- Maria-plena-domunus-tecum (11). Maar waar was nu het beeldje gebleven? Het Bisschoppelijk Museum in Haarlem bleek opgeheven, en de collectie overgebracht - jawel- alweer naar hetzelfde museum in Utrecht. Daar echter was het beeldje niet meer aanwezig. Het was teruggestuurd naar de schenker, de parochie van De Goorn in Noordholland. De Goorn dus gebeld. Een zeer behulpzame pater dominicaan aldaar, pastor G.M. Braks, deelde mij mee dat het om veiligheidsredenen nu in bruikleen gege ven was aan het Westfries Museum in Hoorn. Hij zond mij na enige tijd een foto van het beeldje en naam en adres van een kunsthistorica die over een aantal ongeveer gelijke beelden -aanwezig in het Louvre in Parijs, in het Rijksmuseum in Amsterdam, op het Bagijnhof in Amsterdam en het hierbij afgebeelde (afb. 3)- een scriptie had ge schreven (11). De schrijfster daarvan conclu deert dat alle vier de beelden gemaakt zijn in Noordholland tussen 1470 en 1480, waarbij het hier afgebeelde het oudste zou zijn. Maar: is het wel van Texel afkomstig? Of heeft iemand ooit een leesfout gemaakt? Den Hoorn en De Goorn lijken tenslotte ver dacht veel op elkaar. En in het oude schrift is een verschrijving of verlezing zeker niet uit gesloten. (Zoals ik de hoofdletter G schrijf, zo schreef men in de zestiende eeuw ongeveer een H.) Pastoor Braks weet ook niet hoe het beeld ooit in De Goorn is terecht gekomen, hij schrijft: 'De oorsprong van het beeld blijft onduidelijk'. Er zijn wat argumenten te geven voor toeschrijving aan Den Hoorn; te noemen valt de daar aan Maria gewijde klok en ook het feit dat de parochie van De Goorn veel jonger is dan het beeldje. Maar er zijn ook argumenten die pleiten tegen de kerk van Den Hoorn; zo werd pas in 1569 de kerk van Den Hoorn verheven van bijkerk van De We sten tot zelfstandige parochiekerk en is de parochiekerk van De Goorn wel jonger, maar is daar tegelijkertijd een oude kapelweg die

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1997 | | pagina 15