menwerking met zijn nabestaanden -zijn
vrouw, en vooral zijn broer Piet- selecteerde
Theo Timmer 45 gedichten voor de bundel
'Vlak bij mijn hoofd wat afgedwaalde scha
pen' die in 1991 verscheen.
Het is prachtige poëzie, van iemand die ik
niet slechts 'zondagsdichter' zou willen noe
men.
G.E. Dros
Met dank aan Maatje Kikkert-Kuiper en
Theo Timmer.
(De bundel van Linder Kuiper is verkrijgbaar
bij de Texelse boekhandels, 17,50.)
22
Boot
't Wordt wachten op de laatste boot, want die
daarvoor uit Nieuwediep vertrekt, ging juist
voorbij 't buitenste havenlicht. Hij buist
want zoals vaker is het windkracht tien.
Zou aan de overkant - en dan: met wie? -
zij nu al slapen onder 't stormgedruis?
Of is mijn wederga ook deze dag weer kuis
langs dorpsstraatjes gegaan, en niet gezien?
Het wachtlokaal. Dikke sigarenrook.
De veekopers, uit Purmerend weerom,
kijken of hen een onrecht is geschied.
En mij, door 't geile herfstweer van de kook,
past een zieke steeg, ergens in 't Achterom.
De laatste boot, die komt voorlopig niet.
Mozes
Hij dacht: wat is voorzegd gaat nu beginnen.
Ik heb wat geld, daar doe 'k een wonder mee.
't Bestaan, dat wordt een Kanaan voor twee.
Die 't achterstallig hielden mogen eindlijk
binnen.
Met wat verlangen lijkt naar 't ruisen van de zee
of iets in dat soort orde, brengt de zinnen
het blauw van zomeravonden te binnen,
fietstochten van voorheen, namiddagthee.
Een dag of wat in 't ziekenhuis gelegen,
schreef hij - er was verbittering
tussen de regels - het liep allemaal wat tegen.
Buiten het venster zag 1c de schittering
van Texels zuidkust. M'n hartslag heeft een ruis,
kreeg ik te horen. 1c Was nog gauw weer thuis.
Ets
Van ver blijft het een ets van Toon de Haas,
dichtbij is 't wegenkruis met de hoeve van
Eelman - maar het kan ook zijn sinds dan
woont iemand anders daar als eigen baas.
Het maakt niet uit, 't staat op dezelfde rand
waar ook het ingelijste wolvee graast;
de weiden die nog komen zijn van laatst
en smeulen na van wat hier heeft gebrand.
In het voorbijgaan op het netvlies vastgehecht,
ligt het nu verder achter op de tijd
omdat hetzelfde nooit hetzelfde wordt belicht.
Je fietst, geschreven in een kalm gevecht
tegen de klok - die ook gedichten scheidt
van wat hen bindt - hiermee in evenwicht.