een doopsgezind preekhuis
EEN OUD DOCUMENT
Tussen de Groeneplaats 7 en 9, waar nu
een groot bankgebouw staat, was van
oudsher een steeg, die tot de Burgwal
liep en na 1970 verdween (kad. krt 182-
8). Daaraan stond al ver voor 1742 de
Mennoniete Doopsgezinde huyskamer
en het preekhuis met annex twee kamers
(H. 1742 nr. 289). Hier woonde Lam
mert Danielz Koos met vier gezinsle
den.
Het Mennoniete preekhuis bij de Koger-
gerstraat was toen ook bestaand en be
woond door Lijsbeth Klaasd. Dat ge
bouw had in 1750 geen bewoners meer
(H. 1750 nr. 13).
In 1750 werd op dit 'achterafje' van de
Groeneplaats vermeld dat Lammert
Koos doopsgezind leraar en burgerlijk
bemiddeld was. Hij had toen drie huis
genoten. Lammert Koos verloor zijn
eerste vrouw voor 1775. Dat jaar is hij
namelijk hertrouwd met Annaatje Wil-
lemsd. Disper (Bg 1724-Bg 1771). Uit
hun gezin verloren zij in 1758 een kind
en in 1764 overleed nogmaals een kind.
Het Tmrgerlijk bemiddeld' was verdwe
nen. De kinderen werden, evenals zijn
vrouw Annaatje, kosteloos begraven.
Hoe het Lammert Danielsz Koos verder
is vergaan, bleef onbekend.
Het gebouw was in 1793 eigendom van
Arie Dirksz Kok. Hij was afkomstig uit
het grote gezin van Dirk Kok, die in
1742 in de Weverstraat op nummer 64
woonde. Vader Dirk verdiende zijn kost
als schipper op Alkmaar (H. 1742 nr.
108).
Arie Kok was in 1768 getrouwd met
Marritje Jansd. Kikkert. Hij had in 1793
als eigenaar van het huis (nr. 289) ver
plichtingen ingevolge het Reglement op
de Brandkolken van Den Burg, die dat
jaar werden vastgesteld. (GAT 124).
Adam Kalf, de eigenaar op Groene
plaats 7, werd de buurtheer van de eer
ste 'beijt' in de Burgwal, die achter
diens huis lag. 's Winters werd, als het
nodig was, op 13 plekken in de Burgwal
'gebeijt'. Anderhalve stuiver boete kreeg
men bij absentie. Arie en Marritje wa
ren de laatste bewoners van het gebouw,
dat in het jaar 1800 geen huisnummer
kreeg.
Cor Reij (illustratie op pagina 20)
17
De op de pagina 18 afgedrukte akte is het oudste document uit het archief van de doopsgezinde
Gemeente op Texel, De daar afgebeelde kopie -met vertaling van Gerard v.d. Kooi op pagina 19 - is
afkomstig uit het Transportregister dat zich in het Rijksarchief te Haarlem bevindt.
Het artikel van Cor Rey hieronder met illustratie op pagina 20) getiteld 'Een doopsgezind preekhuis'
doet een poging om, met behulp van Huydekopers belastingregister uit 1742 en 1750, de plaats van dit
preekhuis te bepalen.