ren er ook, blijkens de vergadering van de
Alg. Tex. Middenstandsver., o.a. van M.A.
Kuyper, die de gloeilampen niet mocht ver
kopen. Ook werd uitgebreid gesproken over
het hoge tarief. Op Wieringen was dat
slechts 50 cent, in Schagen 32 cent en op
Vlieland 25 cent (N.T.C. 15/2/19).
Tot chef-centrale werd benoemd C. de Hon
tegen een salaris van 1900,- plus vrij wo
nen en tot administrateur C. Jonker, ge
meentesecretaris.
LICHT IN DE DUISTERNIS
Op 15 februari 1919 werd het bedrijf in wer
king gesteld ongeveer een half uur na zons
ondergang tot elf uur. Goed licht met 25
kaarsen voor een klein vertrek. Ook op 16
februari -zaterdagavond- verliep de start
normaal. Na half acht echter, ging het licht
uit, mogelijk als gevolg van een 'warmloper',
maar het ging om half elf weer aan.
Velen hadden geen licht meer verwacht en
voor het naar bed gaan hadden zij de luiken
en/of gordijnen geopend om 's morgens het
daglicht binnen te laten. Nog niet vertrouwd
met het 'knoppies-licht' was menigeen ver
geten om de lichtknop om te draaien en
kwamen geheel onverwachts weer in het
volle licht, 's Zondags werkte alles weer
naar behoren. (Tex.Crt. 19/2/19)
Blijkens het eerste verslag over 15 februari -
31 december 1919:
1bedroegen de totale kosten bij oprichting
63.575,-, ruim 10 mille meer dan aanvan
kelijk geraamd, omdat de leverancier de
oorspronkelijk gekochte gebruikte motor niet
kon leveren;
2. bedroeg de stroomverkoop plm. 18 mille,
de winst 575,- na afschrijving van 8750,-
(10V2/12 x 10 mille);
3. werd stroom geleverd van ongeveer een
half uur na zonsondergang tot elf uur 's a-
vonds en gedurende 15 oktober tot 15
maart alleen op werkdagen in de ochtend
uren van ongeveer half 6 tot ongeveer zons
opgang;
4. waren van de 408 percelen in Den Burg
bij de start 365 aangesloten en per 31 de
cember nog 358.
Over 1922 blijkt een omzet van plm. 23 mil
le en een winst van 3605,- na weer 10
mille afschrijving. Van de 524 percelen wa
ren aan het begin en het eind van het jaar
356 resp. 358 aangesloten. Per 1 juli 1922
werd de chef C. de Hon opgevolgd dor L.K.
Klouwenberg en begon A.Th.A. de Wilt als
machinedrijver.
Over 1923 liep de omzet terug tot 19 mille
door de prijsverlaging per 1 april van 1,-
naar 0,75 per kaars per jaar. De winst
steeg tot 4228,- na afschrijving van
7050,-. Van de R.K. kerk werd 1,80 me-
terhuur ontvangen voor een in de noodcen
trale geplaatste meter voor het laden der
batterij tegen een tarief van 10 cent.
Voorts was de stroomlevering wat royaler
geworden, nl. een kwartier en vanaf 1 sep
tember een half uur voor zonsondergang en
vanaf 29 oktober tot 24 februari, alleen op
werkdagen, ook 's morgens een paar uur.
16 Februari 1923 was het 4-jarig tijdvak,
waarvoor de aangeslotenen zich bij de op
richting tot stroomafname hadden verbon
den, afgelopen. Toch liep het aantal nauwe
lijks terug, t.w. per 1 maart tot 352, per 1
april tot 347 en per 31 december tot 340.
Slechts weinigen wilden "t comfort' missen.
Volgens plan was het elektriciteitsbedrijf per
31 december 1924 praktisch afgeschreven
en de vraag rees of in afwachting van het in
werking stellen van een nieuw bedrijf het
stroomtarief verlaagd kon worden. De resul
taten lieten dit ruimschoots toe, maar voor
zichtigheidshalve werd per 1 mei 1925 het
tarief slechts verlaagd tot 50 cent per kaars
lichtsterkte per jaar.
Hotels en verenigingsgebouwen betaalden
40 cent, terwijl particuliere werkplaatsen ook
14