17 De Stem Terwijl de schemer aanvloeit over t land, Volg ik een wegje langs den havenkant, Kalm ligt de zee -ternauwernood bewogen- En eenzaam drijft daar aan den wijdgebogen Diepblauwen koepel van de lucht, de blanke maan, Vèr over 't water stroomt een glanzend zilv'ren baan Zich rimp'lend om den boeg der kleine schuiten Die, over 't ruime arbeidsveld daarbuiten, Behendig nu den steven wenden, om Te keeren naar de veil'ge havenkom. En aan het eind van 't avondstille pad Staat, door de broze schemering omvat Het oude huis, in breede forsche lijnen, Door 't hoekraam komt verflauwd een lichtstraal kwijnen. 't Is of de midden-vensters -strak met luiken dicht- Gesloten oogen zijn in lief vertrouwd gezicht. Een wonder-sluier uit vervlogen tijden Komt met den geur der vlierstruik mij omglijden... En eensklaps schrijnt mij 't weten dat ik mis Een zoete stem - die lang verklonken is. (Texel) Fr. M.-K. 'Antje-Buur1, het vroegere huis van Frouwiens grootou ders, Jan Gerritsz Kuijper en Antje Simons Drijver. Jeugdfoto van Frouwien Kuiiper (1914) 4 December 1843-4 December 1933 De witte branding langs de kust van Texel Zingt nog haar lied als heel, heel lang geleên, Nog schijnt de zon in 't glanzend, groene water, Nog stuwt de wind de golven één voor één. Nóg scheert de meeuw er langs de vlakke stranden Nóg zoekt de zee-zwaluw zich buit en baan En over 't stadig wiss'len der getijden Rijst altijd weer opnieuw de stille maan. Er wonen mannen aan de kust van Texel Zo sterk en stoer als heel, heel lang geleên, Maar uit de dagen - straks een eeuw geleden - Spreekt op dit eigen tijdstip nog maar één. De branding was de bruidskrans van zijn leven Stortzeeën zijn er langs hem heengegaan, Hij kende 't stadig wiss'len der getijden en nam des levens vloed en ebbe aan. Een grijsaard woont er aan de kust van Texel: De oudste man, en nochtans van een moed Die hem - zij 't krachteloos van lijf en leden - Zijn nageslacht met woorden steunen doet. De dagen vliegen voort als vlugge meeuwen. Stil zoekt de rappe tijd zich baan en buit Leef, goede grijsaard, aan de rand van Texel Uw eigen eeuw voor ons ten volle uit. Amsterdam, 1933

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1997 | | pagina 19