5
Tezamen 2600 ha. bebouwd van de
11.000 ha. polderland. Het overige
deel is als hooi- en weiland in ge
bruik, waarop voornamelijk scha
pen gehouden worden. Het Texelse
schaap is van oudsher bekend en
beroemd. De bevolking bestaat uit
7.000 zielen, waarvan er 500 leven
van de visvangst, terwijl de overi
gen zich voornamelijk bezig hou
den met landbouw en veeteelt. Van
deze bewoners leven er 2250 in het
dorp Den Burg, 2350 in 6 andere
dorpjes terwijl de 2400 overigen
over het platteland verdeeld zijn.
De bevolkingsdichtheid is dus zeer
gering, hetgeen de electriciteits-
voorziening moeilijk en kostbaar
maakt. Deze geringe dichtheid is
voor een groot deel het gevolg van
de weinig intensieve bebouwing
van de grond. Alleen de polders
Eierland, het Noorden en Prins
Hendrik zijn voor het grootste deel
bouwpolders, terwijl de overige
bijna uitsluitend grasland zijn, waar
schapenteelt het hoofdbestaan is.
Vermeerdering van bouwgrond is
alleen te verkrijgen door afdoende
afwatering van de polders, waarvan
er thans slechts drie en wel: Prins
Hendrik, het Noorden en Eierland,
bemalen worden, waarvan de laat
ste door een gemaal, dat slechts de
helft der benodigde capaciteit
heeft. Een goede bemaling is voor
het eiland even nodig als electrici-
teit, ja, we kunnen zeggen, dat in
dien de wenselijkheid uitgesproken
werd tot het stichten van een elec-
trische bemaling, dit de mogelijk
heid van het verkrijgen van electri-
citeit op het eiland ten zeerste zou
bevorderen. Waar de exploitatie
door de uitgebreide geleidingnetten
en de geringe stroomafname zeer
duur zal zijn, is elke aansluiting
welkom en helpt mede aan het
goedkoper maken der gemiddelde
kosten per afgeleverde eenheid.
Voor een goed inzicht in deze elec-
triciteitsvoorziening is het nodig in
de eerste plaats de verschillende
gebieden, waarop de electriciteit
hier toegepast kan worden, nader te
beschouwen om zodoende te ko
men tot een raming der electrici-
teitsafname. Daartoe wensen we
het eiland in twee stukken te ver
delen en wel in een gedeelte, dat
gemakkelijk electrisch te bereiken
is en dat de grootste bevolkings
dichtheid heeft en één, dat de te
genovergestelde eigenschappen ver
toont. Het eerste bestaat uit het
stuk ten oosten van de lijn Hoorn,
Burg, Waal, Oosterend, waarin dus
alle plaatsen van het eiland behalve
Koog en Cocksdorp gelegen zijn
en waarin ook vrijwel alle bema
lingsplaatsen voor de polders val
len. Het tweede deel wordt ge
vormd door het overige deel van
het eiland en bevat dus de polders
Eierland, het Noorden, Waal en
Burg en het grootste deel der Der
tig Gemeenschappelijke Polders.
De bevolking, welke in het eerste
gedeelte bereikt kan worden bestaat
uit ca. 4500 zielen of 1000 gezin
nen. Op de rest van het eiland wo
nen 2500 mensen of 400 gezinnen.
(De gezinnen zijn op de hofsteden
groter dan in de plaatsen.) Van de
400 gezinnen zullen er 300 bereik
baar zijn.'
Dan vervolgt het rapport met
een uitgebreide calculatie "Hoe
groot wordt de kWh-omzet", sa
menvattend in: particuliere ver
lichting voor gezinnen 80 Watt
per gezin gezinnen 1000
300 1300 x 1000 brand-uren
per gezin totaal 104.000 kWh
(opmerking: momenteel voor 35
gezinnen!). Voor de straatver
lichting, raming 80 lantarens van
50 kaarsen. Voor de industrie
wordt opgemerkt: "Fabrieken op
Texel zijn er niet te vinden en er
bestaat ook niet veel kans dat zich
daar ooit groot-industrie zal vesti
gen. Daarentegen kan de klein-in-
dustrie er tot bloei komen door de
afgelegenheid van het eiland en het
daardoor aangewezen zijn op eigen
werkplaatsen van de inwoners'.
Voor de geplande bemaling wor
den ook elektriciteitsramingen
opgesteld. Eén van de plannen
was een gecentraliseerde bema
ling in het Noorden, voor 3/4
deel van het eiland, gecombi
neerd met een te bouwen elek
triciteitscentrale bij de sluizen in
het Noorden. We citeren voor dit
onderdeel weer woordelijk uit
het rapport, een interessante
tekst:
"DE BEMALING
In de hierbij gaande rapporten, op
gemaakt door het Ingenieursbureau
Dwars, Groothoff en Verhey, is de
waterstaatkundige toestand van
Texel ingaand behandeld. De con
clusie, waartoe het onderzoek in
het eerste rapport leidt, is dat de
waterafvoer in de meeste polders
onvoldoende is en dat voor een
afdoende verbetering hierin het
noodzakelijk is geheel Texel te
bemalen. Daarna wordt in dit rap
port nagegaan op welke wijze deze
bemaling kan geschieden en wordt
hier nader ingegaan op een plan,
waarbij de bemaling sterk gecentra
liseerd wordt. Daarbij kan onge
veer drievierde van het eiland zijn
water uitslaan bij de bestaande
sluizen in den polder het Noorden,
terwijl het overige deel bemalingen
krijgt bij de Schanssluis en het be
staande gemaal in de Prins Hendrik
polder. Deze wijze van bemaling
was voortgekomen uit het plan een
electrische centrale voor het eiland
te bouwen bij de sluizen in het
Noorden, waarbij dan het hoofdge
maal van het eiland met die Cen
trale onder één dak gebouwd kon
worden. Hierdoor werden de voor
delen verkregen, dat voor het be
drijf van het gemaal geen extra
personeel nodig was, terwijl het
verlies der energieoverbrenging van
de Centrale naar de pompen door
de korte afstand minimaal was. De
aanlegkosten van een dergelijke
gecentraliseerde bemaling zijn ook
minder dan voor gescheiden pomp
stations, terwijl nog als bijkomstig
voordeel dient opgemerkt te wor
den, dat het nodig was voor deze