TESSELSE GEDICHTEN EN RIJMEN aflevering 2
JACOB WITTE J.P.zn (1852-1925)
Jacob Witte, een dichtende muzikale boer, woon
de met zijn grote gezin o.a. op Hermanshoeve
en op Welbedacht in Spang. Er werd veel gezon
gen in de familie, bijv. 'in 't skemertje' voor mei
kerstijd nam men even tijd om samen te zingen.
Jacob 'had het fan gien freemd', want ook zijn
vader, Jan Piet, kon er wat van! In het nage
slacht van Jacob Witte zijn veel muzikanten en
dichters. Als er weer een nazaat blijk geeft van
talent op dit gebied wordt er in de familie ge
zegd: 'Da's er weer iên met Jan Piete-blóed!' De
verzen van Jacob Witte zijn pretentieloos, vaak
geestig, en getuigen van een onbevangen blik en
een grote liefde voor het boerenleven.
Hoe genoeglijk rolt het leven
des vergenoegde landman heen
die iedereen het zijne kan geven,
zijn eigen huis bewoont, gebouwd van steen.
Zijn boerderij staat in de landen
omringd door vruchtbaar wei- en hooigewas.
Zijn vee dat loopt aan alle kanten,
dat komt de boer steeds goed van pas.
Is de lente aangebroken,
dan gaat zijn vee reeds naar de groene wei,
dan krijgt hij lammeren bij zijn schapen,
daar waakt de boer dan dag en nacht bij.
De vogels zingen om hem henen,
dat streelt zijn oor wanneer hij werkt op 't
land
en innig is hij dan tevreden
en vraagt de zegen van Gods hand.
Is de zomer dan gekomen,
dan gaat hij met zijn maaimachien te veld,
bewerkt het gras al naar behoren,
want lekker hooi, daar is hij op gesteld.
Des morgens vroeg gaat hij aan 't rijden
wanneer de zonneschijn maar helpen wil,
want hooi, dat kan geen regen lijden.
Zo heeft de zomer ook zijn gril.
Komt de herfst dan weer naderen,
dan brengt hij mest en kalk naar 't land,
gaat ook de oogst bijeen vergaren,
doet alles vreedzaam met een rappe hand.
Ook sloten graven niet vergeten
en tuin vernieuwen, greppelen enzovoort,
om twaalf uur des middags eten,
dat doet de boer zoals 't behoort.
25
DE TEXELSE BOER