12
van 8 mm water verdeeld gedacht
over het geheele oppervlak van het
bemalingsgebied moet worden ge
loosd. Kwel komt, behalve in den
Prins Hendrikpolder, niet of in niet
noemenswaardige mate voor, zoo
dat hiermede in het algemeen geen
rekening gehouden zal worden.
Wel schijnen in den polder Waal
en Burg enkele wellen voor te ko
men, die zout water geven, doch de
capaciteit daarvan zal tegenover
den regenval verwaarloosd kunnen
worden. Hevige regenbuien komen
nooit over uitgestrekte gebieden
tegelijkertijd voor, zodat de aanna
me van 8 mm per dag zeer zeker
voor het uitgestrekte bemalingsge
bied op Texel voldoende is."
Hierna volgt een uitgebreide
technische berekening van de
hoeveelheden te verpompen
water per bemalingsgebied, het
berekenen van de pompen, de
opvoerhoogten, het hierop af
stemmen van het vermogen der
motoren, etc. Opgemerkt wordt
nog dat in het bemalingsgebied
van de Prins Hendrikpolder een
belangrijke kwel optreedt, zodat
zeer veel gemalen moet worden.
Ook berekend men het voor el
kander in reserve kunnen staan
bij optredende storingen.
6. De uit te voeren werken
Men onderscheidt hier:
1. de gemalen
2. kunstwerken c.q. civiel-techni-
sche werken
3. grondwerken
Ook hier weer geeft het rapport
een inventarisatie van een aan
te bouwen gemaal in het Noor
den tegen de aldaar op te stel
len elektrische centrale: de aan
te leggen uitwaterende sluizen,
kolken, duikers, wijdere en die
pere bruggen en een berekening
van het uit te voeren grondver
zet in m3. In diverse bijlagen
worden hiervan uitgebreide spe
cificaties gedaan en kostenbe-
grotingen opgesteld. In een
aparte bijlage (III) wordt nog de
mogelijkheid van een klein
scheepvaartkanaal toegelicht.
Men liet de gedachte van een
scheepvaartkanaal Noord-Zuid
maar niet los in de adviezen, het
werd uit meerdere gezichtshoe
ken bekeken. We citeren dit rap
portonderdeel:
"Bijlage III: Mogelijkheid van
een klein scheepvaartkanaal in
het Zuidelijk deel van de Dertig
polders
Evenals in het deel van de Dertig
polders, hetwelk tot het bemalings
gebied van het gemaal in het Noor
den behoort, doet zich ook in het
Zuidelijk deel de mogelijkheid
voor van de hoofdtoevoersloot ge
bruik te maken voor scheepvaart
uit het gebied van de Dertig pol
ders naar een los- en laadplaats aan
zee gelegen.
Voor dit deel komt daarvoor in
aanmerking de poldersloot, loopen-
de van Oude Schild langs den Zee
dijk, verder langs den Noorderdijk
van den Prins Hendrikpolder, door
de Hemmer naar 'de Westen'. Voor
zover het profiel, nodig voor de
afwatering, niet voldoende is voor
de scheepvaart, zal er meer grond
werk verricht moeten worden. De
hoeveelheid grondwerk, benodigd
voor den aanleg van een kanaal
volgens bovenaangegeven tracé is
op de verschillende gedeelten, zo
als hieronder is aangegeven:
van Oude Schild naar Schanssluis
5.800 m3
van Schanssluis tot Weezenspijk
26.000 m3
van Weezenspijk tot de Westen
19.000 m3
Totaal 50.800 m3
Daarbij is gerekend op een kanaal
met een breedte op den waterspie
gel van 5 m en een diepte van 0.70
m, tenzij grootere afmetingen voor
de bemalingen vereischt zijn. Het
spreekt vanzelf dat de duikers, wel
ke zich op het tracé bevinden, ver
vangen moeten worden door brug
gen. In het geheel zullen dan op
het tracé Oude Schild - de Westen
6 bruggen gebouwd moeten wor
den. Daar een hoeveelheid van
26.000 m3 te verrichten."
Het rapport vervolgt dan met
een alternatief plan, namelijk het
accent van de benodigde elektri
sche stroom naar het zuiden te
verleggen, dit had echter weer
consequenties voor de bema
lingsplannen. Ook in deze plan
nen hield men weer vast aan
het geadviseerde scheepvaart
kanaal. Aangezien ook in dit on
derdeel van het rapport weer
enkele opvallende voorspellin
gen werden vermeld, nemen we
de tekst weer woordelijk over.
"RAPPORT omtrent de electri-
sche bemaling van het eiland
Texel bij oprichting van een
electrische noodcentrale te Oude
Schild of aanvoer van den
stroom vanaf het vasteland.
Inleiding
Bij de electrificatie van het eiland
Texel, waarbij de voor de polder
bemaling benodigde capaciteit een
overwegende rol speelt, hangen
plaats der eventueel op te richten
Centrale en de wijze, waarop de
polderbemaling kan worden inge
richt, ten nauwste met elkaar sa
men. Zoo werd in het rapport om
trent de electrische bemaling van
het eiland Texel uitgegaan van het
denkbeeld, de stroom in een eigen
Centrale op Texel op te wekken,
en deze Centrale op te richten ter
plaatse, waar een zeer groot deel
van het eiland Texel kon worden
bemalen, nl. aan den zeedijk van
de polder het Noorden, waardoor
Centrale en gemaal in één gebouw
kon worden verenigd. Nu zich de
mogelijkheid voordoet, een kabel
te leggen van het vasteland van
Noordholland naar Texel en daar
door stroom aan het eiland te leve
ren, zal ook de polderbemaling van
het eiland aan een nieuw onder
zoek moeten worden onderworpen.
Immers zal door bovengenoemden