8
danks heeft men voldoende ver
trouwen in het leggen van de
10.000 Volt zeekabels. Het rap
port stelt hierover het volgende:
"Niettegenstaande de gevaren, die
de zeekabels hier bedreigen, menen
wij toch dat deze geen aanleiding
behoeven te wezen om dit plan af
te raden. Het is ons bij onderzoek
gebleken dat de techniek op het
punt van zeekabels sterk vooruitge
gaan is en hebben wij de zekerheid
verkregen dat de kabelfabrieken
thans in staat zijn volkomen be-
drijfszekere zeekabels voor een
spanning van 10.000 Volt af te
leveren, die zo zwaar gepantserd
zijn dat ze tegen een stootje kun
nen. De kosten van een dergelijke
verbinding van 2 kabels 3 x 50
mm2 worden geraamd op 15,-
per meter, zodat de aanlegkosten
voor beide kabels zijn
150.000,-."
Ook bij de keuze van aanvoer
van elektrische energie via zee
kabels begint men weer met een
totale prognose van de elektrici
teitsbehoefte vanwege 'de keu
ze' naar de zuidpunt van het
eiland. We vervolgen weer met
een op zichzelf belangrijk citaat
uit dit rapport van 1920, zonder
meer een gedegen analyse en
goed onderbouwd verslag te
noemen.
'HET ELECTRICITEITSVER-
BRUIK
Voor licht, kracht en landbouw
blijft alles hetzelfde als in het vori
ge plan met eigen Centrale, doch
voor de bemaling krijgen we een
verandering. Waar nu de electri-
sche energie aan de zuidpunt van
het eiland wordt aangevoerd, heb
ben wij er geen belang meer bij het
grootste deel der bemaling in de
polder liet Noorden', dus op een
grote afstand van het punt van aan
komst, te concentreren. Wij hebben
daarom het bureau Dwars, Groot-
hoff en Verhey verzocht de moge
lijkheid van andere bemalingsprij-
zen te onderzoeken, waarop wij
van hen het hierbij gevoegd rapport
ontvingen. Hierin worden twee
gevallen onderscheiden, nl. de be
maling van Texel zonder aanleg
van een scheepvaatkanaal en met
aanleg daarvan. Voor nadere bij
zonderheden kunnen wij naar dat
rapport verwijzen. Voor ons doel
lichten wij daaruit het plan aange
geven onder VI, waarbij een
scheepvaartkanaal gedacht is en de
bemaling der verschillende polders
als volgt plaats heeft: De dertig
Gemeenschappelijke Polders, zon
der Koog, Everste Koog en Ger-
ritsland, worden bemalen te Ou-
deschild; Waal en Burg met de
daarin lozende gronden (Burger
Nieuwland, Koog, Everste Koog,
Gerritsland en de Rijksgronden)
aan de Kolksluis van Waal en Burg
en lozende in het kanaal langs Tiet
Noorden'; Eierland gedeeltelijk te
Cocksdorp en gedeeltelijk gemeen
schappelijk met Waal en Burg in
het kanaal langs 'het Noorden'. De
overige Texelse polders behouden
de bemaling, die ze thans hebben,
of worden bij die bemaling aange
sloten. Het zijn: "het Noorden' en
de Prins Hendrikpolder, waarbij
komen Wezenspijk, de Kuil,
Hoornder Nieuwland en Horntje."
Dan vervolgt het rapport weer
met uitgebreide technische cal
culaties voor polderbemaling, de
pompen, motorcapaciteit e.d. en
de financiële calculaties voor de
aanleg van de zeekabels,
10.000 Volt, doorsnede 3 x 50
mm2 en 10 km. lang, met aanleg
van het Texelse Hoogspan
ningsnet lengte 38.200 meter in
(economischer) bovengrondse
uitvoering (opmerking terzijde:
gelukkig niet uitgevoerd, zou
landschappelijk zeer verstorend
zijn geweest!), verder 18 op te
stellen transformatorhuisjes,
kantoor, werkplaats, 3 wonin
gen, telefoon, 3 rijwielen, totaal
voor 450.000,-. Ook wordt
weer een gedeeltelijk elektrici
teitsplan becijferd. De eindcon
clusie in dit rapport van de ver
gelijking zelfstandige productie
en distributie op Texel versus
aanvoer van electrische energie
via zeekabels en distributie ter
plaatse was niet zo hoopvol.
Beide plannen werden te duur
geacht. Productie op Texel
bleek hierbij een duurdere op
lossing dan aanvoer van elektri
sche energie, via te leggen zee
kabels, vanaf de Hoogspan
ningsnetten van het PEN op het
vasteland. Bij gehele elektrifica
tie en via aanvoer kwam een
dekkend elektriciteitstarief name
lijk uit op 64 cent per kWh en bij
gedeeltelijke elektrificatie op 70
cent per kWh.
Het rapport zegt dan:
"Met deze zelfkosten is het onmo
gelijk de electrische energie te ver
kopen en kan dus onze conclusie
zijn dat ook bij betrekking der ele-
ctriciteit van het provinciale net
een electriciteitsvoorziening niet
mogelijk is, wanneer de gemeente
alle aanlegkosten van hoog- en
laagspanning moet betalen en de e-
nergie voor de bemaling tegen het
op het vasteland geldende tarief
wordt berekend."
Dan stelt men voor dat de aan
leg van de zeekabels door het
Marsdiep en een deel van het
hoogspanningsnet op Texel zou
worden gesubsidieerd, namelijk:
50% door het Rijk, 25% door de
Provincie en de resterende 25%
door de Gemeente. Met zo'n
subsidieregeling komt men dan
uit op een dekkend gemiddelde
kWh prijs van 51.5 cent per
kWh, voor die tijd nog extreem
hoog te noemen.
Als laatste mogelijkheid noemt
men nog een afgeslankte versie
van het distributienet op Texel,
nl. alléén het elektrificeren van
den Burg, Oudeschild, de Waal
en Oosterend met een gedeelte
lijke subsidie van de te leggen
zeekabels en het hoogspan-