Pacht van de duinen bij De Koog in 1684 tot 1704
In het blad van onze vereniging werd in december 1994 (nr. 33) een artikel geplaatst
over de Duinboeren in de vorige eeuw. In het archief van de Gemeente Texel bleek
een verzoek om een vergunning uit het jaar 1683 aanwezig te zijn (GAT 3). Karei van
Empel heeft voor ons de tekst 'leesbaar1 gemaakt en voorzien van enige aanvullingen
is dit nu te publiceren. Letterlijk luidt de inhoud:
VERGUNNING TOT DE PAGT DER DUI
NEN AAN DE KOOGH OP TEXEL
Alzo de Regenten en Poldermeesteren van
de Koog op den EHande Texel meermalen
aan de Raden en Meesters van Reekenin-
gen der Domeijnen van de Heeren Staten
van Hollandt ende West Vrieslandt klachtig
gevallen waren, dat de Duijnen aldaar van 't
NoordEijnde af, tot voorbij voorn. Dorp, 't
sedert Twintich Jaren herwaerts wel meer
als drie vierde parten door de Swaare Stor
men en hooge Watervloeden afgenoomen
ende verstoven, zodanig dat deselven op
Sommige Plaatsen ende speciaal agter ende
omtrent het voorn. Dorp jegenwoordig niet
breeder waren a/s vier, vijff a ses roeden,
16
Vijff roeden 26 meter
Opgemerkt dient te worden dat het
centrum van het dorp zuidelijker lag
dan het tegenwoordige, namelijk ter
hoogte van de Vogelmient, daar
stond de kerk en lag het kerkhof.
dewelke bij storm nog telkens wierden ver
minderd, so dat bij die voortgang de weg-
spoelinge van voorn. Koogh niet alleen,
maar ook van die geheele Eiland van Texel
sekerlijck wierden te gemoed gezien, ende
day bijgevolge het Noorderquartier niet buij-
ten perijkel soude blijven, dat oock de mee-
nigvuldige aantelinge van Conijnen, aldaar
grootelijken de vreese ende perijkel kwaame
te vermeerderen, vermist zij deseive Duijnen
kaai kwamen afte eeten, ende den aange-
Het oude kerkhof in De Koog, met de grafzerk van de kastelein van het Eyerlandse Huis