16
van Texel of zo men wil, van Den Helder.
Zondebokken
Hoewel homosexualiteit onder scheepsbe
manning wel van alle tijden geweest zal
zijn, kan men er slechts naar gissen waar
om juist toen een zo duidelijk voorbeeld
gesteld moest worden. Er zijn auteurs die
ter verklaring van de hevige 'Sodomieten-
vervolging' in ons land van 1730/31 wijzen
op de toegenomen maatschappelijke onze
kerheid en de gestegen werkeloosheid. (1)
Anderen wijzen met nadruk op de aantas
ting van de dijken door de paalworm in die
jaren, hetgeen als een straf van God gezien
werd voor de zondigheid van de mens in
het algemeen en van de 'Sodomieten' in het
bijzonder. (2) Wanneer het (economisch)
slecht gaat moeten er zondebokken zijn:
heksen (meest weerloze oude vrouwen),
joden, homosexuelen, of, zoals in onze tijd,
de zogenaamde minderheden. Het waren
dan vaak de calvinistische predikanten die
de mensen voorhielden dat de 'helsche
boosheid of grouwelijke zonde van Sodo
mie' slechts doelmatig kon worden bestre
den door de meest 'afschouwelijke' straf
fen. Als dit niet gebeurde, zou anders het
gehele volk door God gestraft worden 'ge
lijk Sodom'. De angst voor hetgeen in So-
dom en Gomorra gebeurd was, zat er blijk
baar goed in: tot driemaal toe verwijst Dirk
Burger van Schoorel naar bijbelpassages die
naar het gebeuren daar verwijzen, terwijl hij
merkwaardig genoeg het bijbelverhaal uit
Genesis (hoofdstuk 19 vers 1-29) zelf niet
noemt.
Sodomie
Het 18e eeuwse begrip sodomie was niet
hetzelfde als het hedendaagse begrip homo
sexualiteit. Eigenlijk omvatte het alle niet-
toegestane sexualiteit en dat was bijvoor
beeld ook sexueel contact met niet-christe-
nen (blanke man-zwarte slavin, etc.). Hoe
wel men voor alle vormen van niet op de
voortplanting gerichte en binnen het huwe
lijk voltrokken sexualiteit geen goed woord
over had, was men toch wel erg gebeten op
de 'wesentlijke sonde van Sodomie', dat is
door mannen met mannen 'wanneer den
Een syn mannelijkheid van agteren in het lijf
brengt van den anderen.' (3) Er waren aller
lei 'sodomitische vuyligheeden' zoals het
'met ontblote lijven tegen elkander stoten'
zolang dat 'ieder sijn eijge zaat (heeft) uyt-