14. Verplaatsing en verheling HUISDUINEN MARSDIEP MOLENGAT NOORDZEE -80 Afb. 9: Een doorsnede door de bodem in noord-zuid richting ter hoogte van Huisduinen, volgens Cha en Laban. We tekenen drie bodemlagen: Schuin gearceerd: grond die hier in de voorlaatste ijstijd en eerder is neergelegd (d.w.z. voor 130.000 jaar geleden; Horizontaal gestreept: grond uit de periode tussen de laatste en voorlaatste ijstijd (het Eemien); Gestippeld: de zandgrond die hier in het holoceen (de laatste 10.000 jaar) is gedeponeerd; Driehoekjes: duiden op steenvelden. Op dat ogenblik stroomt aanvankelijk nog enige tijd de ebstroom door het Molengat vanuit de Waddenzee naar het noordwesten. Pas een uur nadat de vloedstroom door het Molengat opkwam heeft de vloed het helemaal gewonnen en dan stroomt ook een zwakkere vloedstroom door het Molengat zuidoostwaarts de Waddenzee in. De hoofdstroming, die het zand vanuit het zuiden meebrengt, blijft echter van zuid naar noord gaan. Een kwart dag later slaat dit patroon om en krijgen we met het spiegelbeeld te maken: eerst begint een krachtige ebstroom langs Huisduinen de Noordzee in te lopen, terwijl een zwakkere vloedstroom nog door het Molengat binnenkomt. Een uur later loopt ook door het Molengat de ebstroom naar buiten. En zo gaat dit door, tweemaal daags, jaar na jaar. Zo is het nu, maar zo was het ook direct nadat de Noordzee naar het Marsdiep was doorgebro ken. Het is belangrijk zich twee dingen te realiseren: Eerst dat de vloedstroom, met zijn in hoofdzaak noordwaartse component, zand uit het zuiden meebrengt, en verder dat tussen die drie ver schillende stromingen (geschetst in Afb. 10) een 'stil' gebied ligt, waar de zeestromingen omheen lopen en waar een deel van het zand dat door de zee wordt getransporteerd, kan worden neergelegd. Dat 'stille' gebied is de plaats waar een grote zandbank kan ontstaan. Deze bank heeft in de loop der tijden verschillende namen gehad, maar meestal heette hij Noorderhaaksbank. Ook nu ligt er een grote Noorderhaaksbank voor het zeegat tussen Huisdui nen en Texel. Dit is echter niet dezelfde bank die in de 12e eeuw ontstond; het is de vijfde in een reeks die toen begon. Als de bank eenmaal gevormd is, blijft hij daar niet liggen. Langzaam schuift hij naar het noordoosten, naar de Texelse kust toe. Waarom dat gebeurt? 18

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1995 | | pagina 20