TEXEL op de STAD AMSTERDAM, vice versa, zich zullen te gedragen hebben. Dit werd door
het plaatselijk bestuur van Texel (burgemeester Mr. G.C.W. Reinbach en secretaris W. Bok) op
2 september 1836 en door de gemeente Amsterdam op 7 december 1836 vastgesteld en vervol
gens door de gedeputeerde staten op 19 januari 1837 goedgekeurd.
De eerste op grond van dit reglement benoemde schippers waren de al eerder erkende en op
Amsterdam varende beurtschippers namelijk:
Pieter Bikker met als borg D.C. Bakker, havenmeester,
Leendert Dijksen met als borg J.A. Eelman, boer en
Nanning Koorn met als borg P. Hassing, vleeschhouwer.
De vereiste borgstelling beliep 300,-. De schippers, in eigen persoon, moesten van 1 februari
tot 24 december van Texel op dinsdag en vrijdag om 7 uur 's morgens vertrekken en van
Amsterdam op maandag- en vrijdagavond één uur voor boomsluiten. In de periode van 24
december tot 1 februari werd niet gevaren, omdat regelmatig varen doorgaans niet mogelijk was.
De naam van de veerdienst Texel-Amsterdam moest aan beide zijden van het schip met witte
letters aangegeven zijn. Gedurende het laden en lossen mocht in of op het schip geen tabak
gerookt worden. De ligplaatsen in Amsterdam werden door het bestuur aldaar aangewezen. In
Amsterdam werden de te vervoeren goederen aangemeld bij een commissaris tegen betaling van
10 cent en op Texel diende de schipper zelf een vrachtlijst bij te houden. Hij moest in Den Burg
een lokaal hebben waar de goederen konden worden afgehaald of gebracht. Voorts was het zo,
dat uitsluitend de aangestelde schippers van de ene naar de andere plaats, Amsterdam of Texel,
personen of goederen mochten vervoeren tegen een vrachtloon genoemd in de zeer uitgebreide
en bij het reglement behorende vrachtlijst. Deze gold voor Texel (Oudeschild) naar Amsterdam
maar voor Amsterdam naar Texel was tevens het bedrag naar Den Burg vermeld. Onderstaand
enige voorbeelden.
eendvogels of hoenders een grote mand
0.40
0.60
eieren per 100 stuks
0.20
0.20
fruiten inlandsche het mud
0.20
0.40
idem uitlandsche, de kist
0.30
0.40
geld, de kist of zak per ƒ100 -
0.20
0.20
haring, klein vaatje of kan
0.15
0.30
hoedendoos, eene
0.20
0.20
kist (matrozen of dienstboden)
0.40
0.70
koe of os (voor het gebruik der Broek bij
2.=
2.-
het laden en lossen, boven de vracht 30 cent
per
stuk
koffij, in balen/vaten, de 50 Ned.pond
0.30
0.40
passagier p.p. in de kajuit
1
1.=
dito p.p. in de roef
0.70
0.70
pruimedanten, de geheele kist
0.30
0.40
stokvisch, de 50 ned. pond
0.40
0.50
tabak, in rollen, karotten of snuif, p.50 pond
0.30
0.40
wol, de 50 ned. pond
0.30
0.30
zeep, groene, de ton van 120 pond
0.80
1.20
Ondanks het besluit van de gemeente Texel d.d. 2 september 1836 verzocht Jan Flens op 13
september 1836 de gemeente Amsterdam nog om als vierde beurtschipper aangesteld te worden.
Waarschijnlijk voelde Texel niet voor uitbreiding, want Amsterdam zou, na ontvangst van een
negatief bericht van Texel, de zaak laten rusten. Nanning Koorn kreeg op zijn verzoek ontslag
5